25 neemt, dat dit stukje geld misschien wel 1200 jaren in het zand van Domburg is begraven geweest. Op drie dezer munten komen tusschen de r en de e van Dores- tat de drie geheime stippen als muntmerk of teeken voor. Het gewigt is 1 1,24. 2 1,04. 3 1,23. 4... 1,19. 5... 1,17. 6 1,03. 7 0,72. Gemiddeld voor de zes eersten 1,15. Ervolgtnu een gouden triens van tetjdegxsilus met deT/z. van metalsdie door den heer cautier is uitgegeven 1), en hem toeschijnt zeer oud te wezen, zijnde eene nabootsing eenermunt van den West-Gothischen koning reccasedus, (zie le bi.anc, p. 32, n°. 4, t.elewel pl. 1, n°. 24.) Wanneer daaraan, zegt hij wijders, de zelfde oorsprong gegeven werd, zoude men hier ook aan teudegesii/us, koning der West-Gothen, geregeerd heb bende te Barcelona in 548, kunnen denken, doch de naam van Metals, niet van toepassing zijnde op eenige plaats in het koningrijk Barcelona, terwijl die wel op andere fransche mun ten gevonden wordt, zoo vermeent de heer cauties, dat ook hier een muntmeester wordt aangeduid. Het kruis met stippen aan de punten, croix pommetée) rust op eene globe, die de Alpha en Omega nevens zich heeft. Ter zijde ziet men Y en II. Gewigt 1,15. (Zie Pl. 1, No. 14.) Door Metals wordt veelal de stad Melle, alwaar onder het Carolingisehe stamhuis een voornaam munthuis was gevestigd, verstaan. Yan den muntmeester teudegisii.üs zijn meer munten, te Metz geslagen, bekend 2), en het is welligt op dien grond dat 1) E. cartier, Lettres sur l'hist. 111011de France, no. 8. Kevue numism., 1836, lil. 405, pl. XI, no. 3, alwaar de naam als teudegisillus voorkomt. 2) Cartier, als voren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 29