31 jit, zijnde er een plaatsje bij Belfort in liet département du Iiaut- Khin, genaamd Botans, waaraan dus welligt deze munt zoude kunnen worden toegekend, wanneer de plaats als oud bekend is, en zijne lezing wordt aangenomen. De heer robert, van onze munt gewag makende, voegt er een tweede exemplaar bij, dat in 1845 in de omstreken van Dieden hoven (Thionville) is gevonden, en meent op grond van de type; dat deze triens bepaaldelijk in Austrasie en in het kwartier van Metz te huis behoort, zonder de juiste plaats te durven aan wijzen. In de lijst der muntmeesters is landjxinus onder no. 50S bij den heer camiee geplaatst, in dien van den Decameron onder no. 1247, terwijl hij mede voorkomtin d e Monet.méro- ving. pl. 48, no. 3. No. 21. Zijnde een triens van den muntmeester deorerius, is ook door den heer cartier (ter a. p.) nietgeheelopgehelderd; cenigen hadden gemeend in het monogram dat van Trier, tre- veris, te vinden, doch het is niet te wederspreken, dat de T ontbreekt. Mijne lezing, dat de O losamgé den naam van odo of eiides, hertog van Aquitanie zoude aanduiden, wordt door den heer cartier niet geheel verworpen, doch de heer combrou- se, in het werk Les monétaires, plaatst deze munt onder die van koning sigebert ii (pl. 13, no. 11). Hij schijnt dus te vermee- nen, dat uit het monogram ook moet worden gelezen -. sigeber- tus rex francorum, niettegenstaande ook hiertoe de F ont breekt. De heer t.elewel, mede die zelfde opmerking makende, erkent niet te min, dat liet hoofd eeno uitstekende overeenkomst heeft, door kapsel, gelijkenis en sieraden, met afbeeldingen van sigebert, op de munten van Gevaudan voorkomende 1). Het monogram zoude bij verkorting kunnen zijn S. 11. F. In de lijst der muntmeesters van cartier is deorerius onder no. 269 bekend, in den Decameron onder no. 983. Tot no. 22. de munten van mademnus te Duurstede geslagen, is niets bij te voegen, dan hetgeen reeds hiervoreu is gezegd. Het was bij gelegenheid, dat de heer cartier van n°. 20 en 1) Anciennes plaques etc. Revue numism. Beige, lc. serie, torn. pag. 118.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 35