38 33e bewerking van den stempel is, ook bij vergelijking met de andere munten van Kent en met alle andere munten van dien tijd, bijzonder goedhet vorstenhoofd is met meer kunst uitgewerkt, en zoo dan de T/z. mede een hoofd had behooren voor te stellen, dan moet noodzakelijk toen reeds de geheugenis van de grond- type geheel verloren zijn geweest, vermits er geene reden bestond, om ook niet op die zijde een hoofd te plaatsen, als de andere zijde het bewijs levert, dat men daartoe zeer goed in staat was. Ik durf mij vleijen, dat de bezigtiging dezer munt de heeren leijüwei. en humphkeys van hun gevoelen omtrent de voorstel ling van de T/z. zal doen terugkomen. Het gebruik van latijnsche letters op deze sceatta, bij vervan ging der runisehe, levert ook een bewijs van meerdere of veran derde christelijke beschaving, en doet ons niet zonder reden den invloed onderstellen van eenen latijnschen kerkvoogd, die meer ervaring in wetenschappen en kunsten met zich bragt, en in dit opzigt welligt een voorganger van st.-eligius was. Het gewigt is juist 1 wigtje. (Zie PI. I, No. 24). "Wat den naam van Tanurn betreft, zoo heb ik het gewaagd daarin bij syncope Tanetum te lezen, en daaronder Temet te verstaan, ofschoon het mij niet onbekend is, dat de naam van dit eiland in oude kronijken en oorkonden als Tanatos of Tanelos voorkomt; doch soortgelijke afwijkingen van spelling en uit gang bij plaatsbenamingen waren in die eeuwen niet zeldzaam, en ook de verkortingen of syncopen worden door menigvuldige voorbeelden gestaafd. Pehalve deze zoo opmerkelijke munt zijn er weder eene menigte Kcntsche munten te voorschijn gekomen, die meer of minder variëteiten van de reeds afgebeelde aanbrengen, daar onder bevonden zich: 1 van de 1° soort. 127 r, 2e 9 n V 4e 47 it 5e - 1 7C Zamen 185 stuks,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 42