47
Angel-Saxische 1), en daarop te moeten zien eene wederverschij
ning' van de Gallische type. Hij komt tevens op tegen het ge
voelen, dat men hier aan het verhaal van de duif, die de heilige
flesch bij de zalving van clovis i aanbragt, zoude moeten
denkendat fabelachtige verhaal houdt hij voor niet zoo oud als
demunt, dewijl geen enkel schrijver, gedurende de drie eeuwen,
die de bekeering van clovis gevolgd zijn, daarvan heeft gespro
ken, terwijl hincmauus en eenige schrijvers van de 9° en 10b
eeuw daarvan het eerst gewag hebben gemaakt 2).
De aanmerking evenwel, dat geene vroegere schrijvers er van
gesproken hebben, bewijst niet, dat het verhaal niet bij het volk
bekend en geloofd werd, integendeel, wanneer iiiïicmabüs aan
de Saiwte ampoule, die te Beims aanwezig was, eenen zoo won-
derdadigen oorsprong toekent, moet dit op het volksgeloof ge
steund hebben of het zoude gcenen ingang hebben gevonden
het is dus veeleer te denken dat hincmarus zal geboekt hebben,
wat toen ter tijd als waarheid erkend was, ofschoon inij nergens
is gebleken, dat het verhaal als eene heilige legende is opgeno
men; in liet werk toch van adrianus van i.oo: De levens cler
Heiligen van Nederlandwaarin ook voorkomt dat van den Hei
ligen remxgius, die den doop en de zalving van clovis, daarbij
omstandig verhaald, verrigtte, wordt van de duif en de oliekruik
niet gesproken, maar wel gezegd, dat er nog vele dingen achter
gelaten worden, omdat men van dezelve niet zoo verzekerdis 3).
Dat het volksverhaal niettemin zeer oud is, en reeds tijdens
de Merovingische vorsten bestond, wordt bewezen door het
hoogst merkwaardige muntje, dat ik hier alsmaille of obole voor
breng, en dat ongetwijfeld de belangstelling der Fransche geleer
den in hooge mate zal opwekken, als bevestigende hetgeen vroe
ger nog maar een vermoeden was, dat men op deze soort van
munten de herinnering aan geschiedkundige feiten, of die er
voor werden gehouden, levendig hield
1) Ook Lij den Leer ruding komen zij als zoodanig voor, pi. ii, No. 2737.
2) Lelewel, Réapparitions du type Gaulois, Etudesnumism., LI.420indenoof.
3) Aangekaald werk, deel I, LI. 19.