52 Het derde heeft op de V/z. een borstbeeld met eenige letters, waarvan alleen zigtbaar zijnV M of M A. T/z. een geankerd kruis. Gewigt 0,2. (Zie Plaat II, N°. 26). Het vierde heeft aan de T/z. een kruis met omgebogene pun ten, zoo als op de munt afgebeeld, in de Monet. mérovingiens, pl. 50, n". 16, en in de Revue numism. van 1842, pi. XXIV, n°. 1 en 1851, pl. XIV, n°. 14.Gewigt 0,28. (Zie Plaat II, N°. 27). Doch met deze halve mailles of oboles is men nog niet geko men tot de kleinste munt, welke in die ver verloopene tijden in omloop was, en ik meen, dat bet van belang zal zijn, het bestaan van die zeer kleine munt bij de Frankische bevolking te kunnen staven, op grond, dat zij te zamen met zoo vele andere munten van dien tijd zijn gevonden, en dat men dus daaraan eenen oor sprong kan toekennen, waaromtrent men in twijfel zoude blijven, wanneer de vinding afzonderlijk had plaats gehad. Iets grooter dan de muntjes, welke door den heer i.elewe l in zijn Atlas de la num. dumoyen-age,pl. XIII,n°. 2936, aan Denemarken worden toegekend, heeft eene van haar op de V/z. eene ster van zes punten, op de T/z. twee strepen, eenen driehoek vormende. Eene tweede heeft de letter E en aan de T/z. de letter M (welligt Marseille). Op eene derde is een kopje zigtbaar, en op het laatste zijn alleen eenige punten te zien. Het gewigt der drie eerste is van 0,15, 0,19 en 0,14. (Zie PL III, N°. 1, 2 en 3). Opdat er aan de bijzonderheden, welke het strand van Dom burg heeft opgeleverd, niets zoude ontbreken, zijn er ook twee Merovingische looden muntjes te voorschijn gekomen, die in dit metaal buitengewoon zeldzaam zijn, althans komt er slechts één voor onder de 920 munten, die in het dikwerf aangehaalde werk Les monétaires mérovingiens zijn afgebeeld 1Eij de onze ziet men een verhoogd kruis boven een monogram, en daarnevens de letters S P, welligt Sanctus Petrusop de T/z. is niets meer zigtbaar; het tweede, dat aan den eenen kant veel dikker is dan aan den anderen, heeft een kruis, en aan de T/z. eenige onkenbare figuren, met stippen of parels. (ZiePl.III,]M0.4 en 5). L) Mon. mérov., pl. 50,110.17-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 56