56
Op het vijfde dat, jammer genoeg, slechts een fragment is,
kan men de groote R aan beide zijden volledig onderscheiden
er heeft dus niet gestaan pipinus, maar waarschijnlijk aan de
V/z. E P en aan de ï/z. R F in omgekeerden stand, als op den
derden penning hiervoren, zijnde de F nog kenbaar; ook vindt
men eene E ruggelings tegen de R aangeplaatst. Ik houd deze
munt voor onuitgegeven. (Zie Plaat III, N°. 13).
Van de munten van kauet, den geooten mag ik hier mede
een aantal voortbrengenover deze muntsoort is in de laatste
jaren onder de Fransche en Belgische geleerden veel getwist,
en wel over de toekenning derzelve aan de onderscheidene vor
sten van dat tijdvak, die den naam van kauet, hebben gedragen:
naar het gevoelen van den heer caetiee, uiteengezet in eene
zeer breedvoerige verhandeling, opgenomen in een der nummers
van de Revue nnmismatique 1), die ik ook gaarne tot mijnen
leiddraad neem, behooren uitsluitend aan kaeei, den geooten
die, welke aan de eene zijde, in onregelmatige en op twee regels
geplaatste letters, Caro-lus voeren, en daarom zullen wij dan
met deze aanvangen.
Drie penningen van Duurstede, zoo als er een is afgebeeld
op mijne vroegere derde plaat, onder n". 61, komen hier voor;
liet viertal is echter met verschillende stempels geslagen, en bij
de tweede zijn de letters zoodanig dooreen geplaatst, dat men
daaruit niet zonder moeite Durstat kan lezen. De verwisseling
van de O in V verdient daarbij opmerking.
Ilet gewigt is ook zeer onderscheiden
de le is van 1,2 wigtjes.
2° e 0,94
3e 0,79 n
Men vindt ook soortgelijke munten van Duurstede, doch
onderling verschillend afgebeeld en beschreven bij cappe, Die
Münzen der dentschen Kaiser und Könige, pi. I, n°. 2, 3 en 4.
Eenige te Wijk-bij-Duurstede gevondene ziet men in het ka
binet der Leidsche hoogeschool.
1) 1853, U. 34S.