2. Eene munt, hebbende aan de V/z. het kruis zonder stip pen, en daar rondom CARLVS REX ER. ï/z. het monogram met de K. en legende METVLLO. Deze komt volkomen overeen met die, welke is beschreven door den heer b. eillon, en afgebeeld in de Revue van 1845, pl.XVIII, n°. 9, onder bepaalde toekenning aan karet, den grooten. Wijk bij Duurstede heeft eene dergelijke geleverd, door den heer de coster beschreven t.a.p. Gewigt 1,71 (Zie Pl.III, N°.l 8) 3. Een penning. V/z. het monogram met C en daar rondom CA RL VS REX ER. T/z. QVANTOVVICO, een kruis aan de einden met twee stippen voorzien. Gewigt 1,72- (Zie Plaat III, No. 19). Quentovic was eene plaats, die in Eranl-crijk aan den mond van de rivier de Canche in Artois heeft gelegen, en vrij belang rijk moet geweest zijn. Ook de heer de coster geeft er onder n°. 24 de beschrijving van, en kent die even als de andere aan karei, den grooten toe, waaromtrent ik toch de aanmerking in het midden moet brengen, dat deze munt geheel overeenkomt met de bepalingen door karei, den kalen gegeven bij het edict van Pistes in 864, inhoudende, dat de munt zoude hebben het monogram in het mid den van den koninklijken naam, en aan de T/z. het karolingisch kruis te midden van den stedelijken naam der muntplaats 1). Niettegenstaande men beweert, dat aan het edict van Pistes geene uitvoering is gegeven, zoo is, naar mijn inzien, in die overeenstemming genoegzamen grond te vinden, om dezen pen ning aan karet, den kalen toe te kennen, waarmede dan ook deze opmerkelijke bijzonderheid zal vervallen, dat er anders te Domburg geene enkele munt van laatstgenoemden vorst zoude gevonden zijnwant de zilveren penning, die ik in mijne vorige 1) Dr. voiLLEMiER, Revue numism. Bèlge, 2016 86140;, tom. I, p. 102.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 63