64
tergelaten, die naar waarschijnlijkheid in Engeland of Erankrijk
zijn geslagen 1), doch deze moeten, naar mijn inzien, van late-
ren tijd worden gehouden dan 874, wanneer geheel Walcheren
door bollo verwoest werd, en ook het oude Domburg verdween.
Het op pi. III, n°. 69, afgebeelde muntje, is mij gebleken
eene maille van Valenciennes te wezen; volgens de heeren piot
en chalon waarschijnlijk geslagen, tijdens de regering van
gravin joiianna van Henegouwen, 12061244 2).
No. 72 is eene maille of obolus van St. Omer, die men te vo
ren aan Doornik had toegekend, doch waaromtrent de heeren
iiermand, duhamel en le1.ewel eenparig van gevoelen zijn,
dat zij ter oorzaak van de twee bisschopsstaven die er op gezien
worden, aan St. Omer behoort 3).
Van de soort onder n°. 72 is er nu weder eene gevonden en
als maille van St. Omer herkend.
N°. 73 is eene maille inuette of zonder letterschrift, denkelijk
tot Vlaanderen, en mede tot den eenen of anderen bisschoppe-
lijken zetel, behoorende.
Ook van deze zijn er zes stuks aanwezig, waarvan er drie in
het midden van twee strepen of merken eenen bisschopsstaf voor
stellen. (Zie Plaat III, No. 24).
Deze muntjes moeten zeldzaam wezen, vermits ik ze nergens
anders heb afgebeeld gevonden.
Hiervoren heb ik reeds melding gemaakt van het charter door
graaf plobis iv van Holland aan Domburg in 1223 gegeven,
en met dat tijdperk staan de laatst vermelde munten en die,
welke nog volgen, in verbandmen mist dus eene tusschenruimte
van meer dan drie eeuwen, waarin Domburg als verlaten of on
bewoond kan beschouwd worden.
Uit den aanvang van de 13de eeuw zijn er nog vele kleine,
meestal Vlaamsche, munten gevonden, als
1) Cart ier, Supplément aux dites lettres, Revue 1842, bi. 439.
2) Chalon, Recherches sur les monnaies des comtes de Hainaut, bl. 25, pi. I,
no. 10.
3) Victor duhamel, Notice sur quelques monnaies provincialcs. Revue
1843, bl. 438, pi. XVIII, no. 1.