2
in eenig gedenkschrift of charter gewag wordt gemaakt van de
plaats, die vroeger bij Domburg bestaan heeft.
Het is niet aannemelijk, dat de naam toen reeds Domburg zal
geweest zijn, daar deze ongetwijfeld van latercn oorsprong is en
voorzeker niet ouder dan de nieuwere aanbouw. Jhr. mr. li. m. a. j.
van ascii van wyck, (in zijne Geschiedkundige beschouwing
van het oude handelsverkeer der stad Utrechten meer bepaald
in de lsle bijlage van het 4e stuk, houdende eene proeve van
beantwoording der vraag, of Utrecht te houden is voor de Civitas
Tricesimóe of het Oppidum Trieensima, door amhianus mau-
ceui.inus vermeld,) heeft het eerst het vermoeden geuit, of niet
op Walcherens strand gelegen heeft de Civitas Heraclea of de
Castra HercuUs, welke gissing nog meer breedvoerig wordt
uiteengezet door den heer ab utkeciit dresselhuis, in zijne
door dit Genootschap bekroonde Verhandeling over de Gods
dienstleer der aloude Zeelanders. 1Hij betoogt aldaar, dat lang
vóór het jaar 359 aan den oever der zee, bij eenen der Rijn
monden, dit Caslra moet bestaan hebben, en, na door de Barbaren
verwoest te zijn, door julianus op nieuw bezet en versterkt is
geworden.
Dit zoude op> zichzelf wel strooken met de door mij, bij mijne
voorgaande verhandeling gemaakte gevolgtrekking, dat om
streeks het jaar 273 het oude Domburg (zoo als wij liet blijven
noemen) geheel zoude vernield zijn, doch er bestaan naar mijn
inzien tegen het gevoelen van de heeren van asci-i van w yck en
ab u the cut dresselhuis zulke gewigtige bewijsgronden, dat
ik mij daarmede niet kan vereenigen.
De togt van jutaanus in 359 was bestemd, om eenen vrijen
waterweg voor den aanvoer van granen uit Brittannie te verze
keren tot de verschillende legerplaatsen der Romeinen langs den
Rijn; met zes honderd schepen was hij den Rijn ingevaren,
of had althans die schepen binnen den Rijnmond gebragt 2) en
had zeven civitates(steden) met romeinsche bezetting ver-
1) 4, U. 132.
2) Epist. odATt-IEN. p. 513.