67 vergunning; hij vermeent dit te kunnen opmaken uit het nog aanwezig zijn van planken, posten en staken, die zoo vele eeuwen niet konden verduren, uit de inrigting der gebouwen, voor zoo veel men daarover nog kon oordeelen, en uit de geheugenis van den naam der bewoners, terwijl die van de vroegere Eomeinsche nederzetting geheel is verloren gegaan. Daartegen valt aan te merken dat de sporen van die voormalige woonplaats aanwezig zijn, zeer in de nabijheid van de begraaf plaats, waarvan dikwerf melding is gemaakt, en die genoegzaam bewezen is niet op strand, maar aan de binnenzijde der duinen te hebben gelegendat de woningen even als de begraafplaats van tijd tot tijd door de de zee worden bloot gespoeld en alsdan zigtbaar zijn, zoo als ik zelf die eens heb bezocht en gezien; dat bij en nevens de woningen, door mij zijn opgemerkt, onderschei dene ronde putten in hout, om tot vergaarbakken van regen water te strekken, en dat daarin alreeds een bewijs gelegen is, dat ze vroeger niet waren blootgesteld aan de overspoelende Noordzee, waaruit men gereedelijlc kan opmaken dat de duinen de voormalige woon- en begraafplaats hebben overstelptde houten overblijfselen eeuwen lang in het zand bewaard, en die nu weder aan de buitenzijde ontbloot hebben. Hier voren aangetoond hebbende, dat na het jaar 874 een ruim tijdvak open blijft, gedurende hetwelk er waarschijnlijk geene of slechts eene zeer geringe bevolking op Walcheren aanwezig was, kan het wezen dat bij het herleven van Domburg er nog wel eenige geheugenis van de vroegere bewoners, blijkende uit de overblijfselen hunner woningen, aanwezig was, doch dat de naam van den volksstam, die zoo dikwerf in de woeste tijden verwisselde, is verward geworden, en dat men Gothen heeft ge noemd, die nimmer Gothen geweest zijn. De begraafplaats zelve is in den winter van 18511852 andermaal ontbloot gewordener waren toen ongeveer zestig doodkisten zigtbaar, die meestal van eikenhout, doch op onvor melijke wijze zamengesteld, soms slechts uit halve onbewerkte boomstammen bestonden, zoodanig, dat men uit derzelver on handelbaar voorkomen moest opmaken, dat deze soort van kisten

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1856 | | pagina 71