70
De fibula's behoorden ontegenzeggelijk tot de dragt of den op
schik der oudste bewoners van die streken. Cannesieter, heeft
opgemerkt, dat aan de meeste beelden van nehauennia, het haar
bijzonder eigen schoudermanteltje met eene fibula, (thans zoude
men zeggen broche), was toegemaakt, die somtijds rond en op an
dere beelden langwerpig was 1). Men kan ook daarvan de sporen
nog zien op de afbeeldingen der steenen gedenkstukken van
nehalennia, door dit Genootschap uitgegeven bij de werken
van de heeren abutrecht dresseehuis en janssenbijzonder
op de platen VII, VIII, IX, X, XI, XIII, XIV en XVII;
e. het fragment van eenen kleinen palmhouten kam(zie PI.
IV, No. 13);
f. een klein ornament van koper, dat vroeger verguld was,
met glas ingelegd (in smalto). Men kan soortgelijke afgebeeld
vinden in den Messager, des sciences etc. de Belgique 1851,
bl. 51, pi. XVI; (zie PL IV, No. 14);
<7. eene bronzen sleutel van bijzonderen vorm die, naar het
gevoelen van dr. janssex, uit hoofde van zijnen Praukischen
oorsprong, zeer merkwaardig is(zie PI. 4, No. 4);
h. een koperen en een ijzeren vischhaakofvischangel, die ook
bijzondere opmerking verdienen(zie PI. IV, No. 6 en 7)
i. een koperen en twee looden schijfjes, die ik voor gewigten
meen te mogen houden. Men vindt althans soortgelijke beschre
ven in de Leüfaden zur nordischen Alter thumshunde 2); (zie PI.
IV, no. 8, 9 en 10);
1c. eene gebakken aarden schijf met een gat doorboord, denke
lijk een spinsteentje, zoo als die van Wijk bij Duurstede, doch
hier zonder merken 3).
liet is opmerkelijk dat onder al de gevondene voorwerpen,
waaronder er blijkbaar van Iiomeinschen oorsprong zijner geene
zijn voorgekomen met erotische of obscene voorstellingen, even
zoo min als amuletten, welke op andere plaatsen in menigte zijn
ontdekt geworden.
1) Cannegieter, M. S. al Tab. 12.
2) Pag. 56.
3) Janssen, Oudheidk. mededeelingen, no. 1, bl. 52.