11 genoemd een stads doctor, chirurg-yn en vroedvrouw, waarvan eerst.gemelde 6 p. vl., de chirurgyn 2 p. vl. en de vroedvrouw 5 p. vl., als jaarwedde uit de stedelijke lcas genoten, en eindelijk nog landschatters, huisschatters, zoogenaamde schatstriggen of taxatricen, repareermeesters, bierdragers, gezworen meters van de turf enz. Over het administratief gezag en deregtsmagt der plaatselijke regering zal ik wel niets behoeven te zeggen, daar dezelve met die der overige steden in dit gewest moet geacht worden te heb ben gelijk gestaan. Zoo als ook daaruit lean worden opgemaakt dat Reimerswale even als deze haar eigene stedelijke costumen voorgeboden en ordonnantiën bezat, welke een geheel boekdeel uitmaken, dat nog onder de stukken in het archief voorhanden is en blijkens eene aanteekening op het titelblad, ten jare 1581 door den burgemeester E. W. Oliphant is bijeenverzameld. Onder die zelfde stukken bevindt zich ook eene stedelijke rekening van het jaar 1573, welke ons wel eenige inlichtingen geeft nopens het huishoudelijk beheer en den toestand der ste delijke financien op dien tijd, als blijkende daaruit dat de voor naamste inkomsten bestonden in den accijns op de wijnen en bieren, het rendement der verpachte water- en korenmolens, van de waag, de aanlegveren, alsmede dat de geheele ontvangen uitgaaf over genoemd jaar slechts 500 vlms. bedroeg, zonder dat echter daaruit nopens de ware financiële gesteldheid der stad bepaalde gevolgtrekkingen kunnen worden afgeleid, naardien het de eenig overgeblevene rekening is en men dus met vroegere of latere jaren te dien opzigte geenerlei vergelijking kan maken, en zulks te minder, omdat in die rekening, van gen. jaar 1573, wordt melding gemaakt als van eenen turbulenten jare, waarin er in de stad noch recht noch justitie was. Voor de kennis der regtsmagt van de plaatselijke regering zijn intusschen niet onbelangrijk te achten een 13tal mede aan wezige Rekeningen van liet balliuschap overdejaren 1460-1516 alsook de Schepens vonnissen registers, waarvan ik zoo even met een enkel woord heb gesproken, in welke laatste ook 'alleropmer- kenswaardige bijdragen worden gevonden nopens de lijfstraffe-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1857 | | pagina 11