18
graaf en daarna bij den stadhouder en de staten der provincie zijn
aangewend om zioh boven water te kunnen houden, zonder dat
zulks met eenen gewensehten uitslag is bekroond, en hoe hier
van het gevolg is geweest dat de stad het overschot van haar
vermogen aan den onderhoud harer dijken en zeeweringen heeft
moeten ten koste leggen, daardoor allengskens is achteruitge
gaan en door hare bewoners verlaten, tot dat ten laatste de over
blijfselen in het jaar 1G31, door het provinciaal gezag in
liet openbaar zijn verkocht en de opbrengst daarvan onder de
sehuldeischers pondpondsgelijke is verdeeld.
Nemen wij nu deze beschrijving in de hand, dan zien wij dat
omtrent een aantal gebeurtenissen of omstandigheden bij den
schrijver twijfel of onzekerheid bestond, die juist uit de weder
gevondene stukken kunnen worden opgehelderd of toegelicht.
Zoo leest men op bladz. 8, dat toen Albrecht van Eeijeren in
1380 of 1381 de stad Reimerswale bij koop had verkregen, het
wapen van Beijeren aan het stedelijk wapen werd toegevoegd,
dat overigens het zelfde was als dat der heeren Kervink van Rei-
merswale.
Het wapen nu dezer heeren wordt bij te Water, in zijn Hoog
adellijk en adelrijk Zeeland, aldus beschreven de gueule a.
deux epées d'argent en sautoir a la garde d'or.''
Wij willen de mogelijkheid niet tegenspreken, dat tot en met
de 15de eeuw de stad dit wapen kan hebben gevoerd, doch een
aantal charters van de 16de eeuw zijn er aanwezig, voorzien van
een oud stads zegel, voorstellende een schild waarvan wel de
bovenste helft is het wapen van Beijeren, doch het benedenste
gedeelte verbeeldt een veld van keel, beladen (niet met twee
gekruiste) maar met ée'n regt opstaanden degen; dit zegel nu,
voerende liet randschrift Sigillum obligalionis Oppidi de Rei
merswale of zegel van verbanden, vinden wij dat bij resolutie van
schepenen dd. 5 januarij 1529, te gelijk met nog 2 andere zegels,
namelijk het Sigillnm ad causas of zegel van zaken en het Sigil-
lum de sale of van het zout, wettig is vastgesteld.
Op bladz. 14 zegt de schrijver verder dat men niet vindt aan-
geteckend of hertog Willem VI van Beijeren zich wel te Rei-