26 mei 1568 door de sententie van bannissement gevolgd is. 1) De inhoud komt hierop neder, dat hij, krachtens zijne commissie, met krijgsvolk in deze landen is gekomen om hen van de ondra gelijke tirannij der Spanjaarden te verlossen, dat hij, om vele daarbij opgegeven redenen, vertrouwt dat Groningen zich aan hem zal aansluiten, en dat zoo dit onverhoopt het geval niet mogt zijn, hij hen dan als vijanden der openbare rust des vader lands en dus van Zijne Kon. Maj. zal beschouwen en vijandelijk tegen hen procederen. No. 3. Brief van den raad van beroerten van 2 mei 1570, aan den hertog van Alva, onderteekend door Del Eio, de lloda en Vargas. In dezen brief zijn eeiiige regels onderschrapt. Hierop ziet hetgeen achter op den brief staat: 1570 Los del Consejo de rebellion 2 de maijo El Euqdize V. M. 2) le hable el rayado en esta cartahet geen waarschijnlijk beteekent: de hertog verlangt dat UEd. hem komt spreken over hetgeen in dezen brief onderschrapt is te weten dat de staten van Utrecht weigeren zich anders te verantwoorden dan collegialiter, en niet hoofd voor hoofd, ge lijk de hertog gevorderd had. 3) No. 4 en 5. Twee brieven aan den hertog van Alba, deeene ge schreven door Charles IX, koning van Frankrijk, de andere door zijne moeder Catharina de Medicis, beide eigenhandig ondertee kend en nagenoeg van den zelfden inhoud. Beide betreffen Ludo- vico Guicciardyn, den beroemden schrijver der Beschrijving der XVII Nederlandsche gewesten, waarin die werden voorgesteld gelijk zij in den jare 1560 waren, dat is op een uitstekend tijd stip van uitwendigen bloei en stoffelijke welvaart. 4). Beide 1) Bij Marcus, bi. 70. 2) Y. M. VuestraMerced. 3) Verg. over den bij zonderen baat van den hertog van Alba tegen die van Utrecht, Th. Juste, Les P. B. sous Ph. II, Tom. II, p. 582, en over het geheele proces tegen die van Utrecht, Bor Vde boek. 4) Verg. Bor XXVIste boek, bl. 44 vso., op 't jaar 1589.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1857 | | pagina 26