30
No. 14. Brief van de staten-genl. der Nederlanden te Ant
werpen vergaderd van den 7 October 1579 //aan mijne heeren
repraesenterende de staeten van den lande ende graefschap van
Zeelandt," houdende aanmaning om te betalen/" 300, zijnde hun
aandeel in de kosten gemaakt door de gedeputeerden van hertog
Casimirus in de herberg te Antwerpen.
Zeer merkwaardig om het zegel voorstellende een leeuw met
een bundel pijlen (5 stuks) in den éénen en een zwaard in den
anderen poot. Verg. Wag. VII, 280, JFijn. Bijv. bl. 91 en
vooral s'Gravezande, Unie herdacht, bl. 7 noot (e) en bl. 116.
No. 15, 16. Twee brieven van den graaf van Leycester. De
eerste uit Utrecht 5 nov. 1586 aan gecommitteerde raden van
Zeeland, behelzende een verzoek tot losgeving van een aange
haald schip met 21 lasten rogge: de andere uit Vlissingen
den 22 nov. 1587, dus weinige dagen vóór hij voor altijd deze
lauden verliet. 1) Deze laatste is gerigt aan gecommitteerde
raden en aan de regering van Middelburg en ieder hunner in 't
bijzonder, en houdt een verzoek in, om, vermits mevr. de prin-
cesse douarière (Louise de Coligny) besloten had om zich met
der woon te Middelburg te vestigen, aan haar te willen inrui
men het beste gedeelte van het kwartier 't welk hij te Middel
burg zijnde betrokken had. (Ilc meen dat hij het huis in den
Langendelft bedoelt, later bekend als het West-Indisch huis,
nu de Stadsschool voor minvermogenden).
Of Louise de Coligny hiervan gebruik gemaakt heeft, is mij
onbekend, maar in 1588 en vervolgens woonde zij in dat ge
deelte van het Abdij-gebouw, 't welk thans door den heer com
missaris des konings betrokken wordt.
No. 17. Brief aan gecommitteerde raden van Zeeland ge
schreven uit Stepene den 12 mei 1587 door don Antonio, natuur
lijke zoon van den overleden koning Emanuel van Portugal.
Deze don Antonio noemde zich koning van Portugal ofschoon
1) Hij vertrok 4 december uit Vlissingen naar Engeland.