39 slaagde pogingen opgewekt, nu en dan ook op deze raadselach tige karakters tuurde, echter nooit lang achteréénik spiegelde mij gaarne zacht aan de ondervinding van Beaulieu! Zeer gelukkig gevoelde ik mij dan, toen ik mijne aandacht meer bij zonder op het P.S. vestigende, eerst eenige letters en eindelijk een geheel woord meende geraden te hebben. De ondervinding leerde dat ik gelukkig geraden had. Het was het woord com mencement in den eersten regel van het P. S. Nu zes letteren bekend zijnde, volgde de ontcijfering van het overige van zelfs. Ik beschouw dit zelve als een gelukkig toeval en stelle er prijs op om dit uitdrukkelijk te betuigen. Had ik geweten 'tgeen nu van achteren blijkt, dat de sleutel zóó uiterst gecompliqueerd is, dat bijna iedere letter meer dan één teeken heeft en dat er vele verkortingen gebezigd zijn, ik had het nooit durven beproe ven, even min als ik het ooit weder beproeven zoude. 1) Intusschen is de bestede arbeid door den inhoud des briefs meer dan beloond. Hij doet ons een diepen blik werpen in het karakter van dien Pilips, dien onze vaderen zoo met regt ver foeiden, en wien het nu bij sommigen eene mode geworden is, om als een gemoedelijk en regtvaardig vorst af te schilderen die alleen uitwaarachtige godsdienstijver onverbiddelijk gestreng was. Behoef ik u hier aan de geschriften van van der Horst en anderen te herinneren? Of zelf aan de geheel onbe grijpelijke Apologie van Philips door Bilderdijk? 2) Deze enkele brief toont aan dat geveinsdheid en bedrog de grondtrek ken van diens karakter waren, en dat er noch voor zijne volken, noch voor zijne naburen aan te denken kon vallen, om met zoo- 1) De vocalen hebben alle twee karakters behalve de e die er drie heeft. De con sonanten mede twee behalve de c en r die er drie hebben, en dé b h x y en z waar voor slechts één teeken is. Verkortingen zijn m voor it, voor et, voor de. Voor de syllabe conwaarmede zoo vele woorden aanvangen, zijn drie teekenen afwisse lend gebruikt, te weten Q>, S0 en q. Non valeurs komen er echter niet in voor. Dit cijfer heeft dus, wat het ingewikkelde betreft, veel overeenkomst met het onlangs door den lioogl. Vreede medegedeelde cijfer, waarvan onze diplomatie nog in 1G73 gebruik maakte. Zie zijne: Inleiding tot de Gescli. der Ned. Dipl., bl. 87-94 en het cijfer in Bijl. V, bl. 30. 2) Gesch. des Vaderl., Xlllde dl., Iste stuk, bl. 15 en volg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1857 | | pagina 39