40 danig wezen te onderhandelen of ecnig geloof te hechten aan zijn koninklijk woord of zegelTe regt schreef Philips dezen brief geheel in cijfer. Zoudtgij hetgelooven, M.H., dat de koning daarbij aan Alva op diens verzoek, onderscheidene, geheel met elkander strijdige instructiep overzendt, om daarvan bij de diplomatische onderhandelingen met Engeland gebruik te ma ken, dat hij daarbij voegt lastbrieven op een of twee afgezanten, door hem koning geteekend, en andere die Alba van zijne zijde zoude teekenen en gebruiken, al naar hij dit naar de tijdsomstan digheden noodig zou oordeelen. Ik herhaal het, M. H., welke onderhandelingen waren met zulke dubbelhartige wezens moge lijk? 1) Zeer aardig is het, dat uit dezen brief schijnt te blij ken, dat de Engelschen eenetraiisactieoverwederzijdschgeno- men schepen en gearresteerde penningen hadden voorgeslagen, en daarbij gevoegd hadden de clauseEn toute singereté. 2) Daarover nu loopt de inhoud des briefs: die sinqereté was bij Alba de steen des aanstoots: en om die klip te ontwijken, moesten de strijdige instructien dienen. Dan, M. II., ik mag hierin niet verder treden, of ik zou van uw geduld misbruik makenveeleer eindig ik met u mijnen dank te betuigen voor de toegevende aandacht, waarmede gij mijne voordragt hebt aangehoord 3). 1) Over het onderwerp zelf (de 800,000 rijksdalers voor den hertog van Alba bestemd, en op Genuesche schepen overgezonden, maar door Elizabeth aangesla gen.) Zie Th. Juste, les Pays-Bas sous Ph. II, torn. II, p. 540 suiv. In dit schoone werk vindt men meer curieuse stalen der dubbelhartigheid van Philips. Bijv. zijn brief van 31 julij 1562 aan Margaret-ha (dit was de ostensible brief) en een dito van 2 aug. 1562 aan dezelfde geheim en geheel anders). Ook zijne brie ven van 12 augustus 1562 aan L. de Requesens, zijnen ambassadeur te Home (offi cieel) en zijne formele retractatie daarvan, geteekend in het bosch van Segovia (geheim). Th. Juste 11., vol. II, p. 164 suiv. 2) Zij kenden de streken van Philips 3) Zie den brief bijlage E.. Als toegift en tot bewijs hoe ver het combinatie vermogen gaan kan, dcelcn wij in bijlage G. uit de Gazette des Tribunaux mede, de wijze waarop het cijferschrift in het proces tegen Huber en Steudle c. s. is ont raadseld geworden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1857 | | pagina 40