4 Door mijne betrekking van archivaris van dit gewest ben ik meer dan iemand uwer in de gelegenheid om de schatten, welke in ons provinciaal archief verborgen liggen, te leeren kennen en mij alzoo van de waarheid van hetgeen ik zoo even zeide te overtuigen, maar daarom ook zal het ulieden zeker niet vreemd behoeven voor te komen, dat ik voor mijne tegenwoordige lees beurt een onderwerp heb uitgekozen, waarop bij mijne werkzaam heden in het genoemde archief meer bijzonder mijne aandacht is gevestigd geweest, namelijk op de gedenkstukken afkomstig van de voormalige stad Reimerswale. Daar nu in het jaarboekje, de Nehalennia, voor 1850, reeds een kort overzigt van die charters en documenten door mij is geplaatst, zoo is thans mijn oogmerk uliedên meer bijzonder bekend te maken met de belangrijke resultaten welke, mijns inziens, nopens de geschiedenis dier stad uit die charters kunnen worden verkregen 1). Gaarne zal ik u dus in dit oogenblik, voor zoo veel mijne ge ringe krachten dit toelaten, eene korte historische Beschrijving der genoemde stad Reimerswale trachten te leveren, doch reken daarbij van ulieden de zelfde toegevenlieid te zullen ondervinden, als mij bij eene vorige gelegenheid zoo ruimschoots is mogen ten deel vallen. Ten einde in de behandeling van ons onderwerp zoo veel mogelijk eenigen regelmaat te volgen, zoo zullen wij I. Eene beschrijving geven van de stad zelve, de daarin vroe ger bestaan hebbende publieke gebouwen, straten enz.; II. Een kort overzigt nemen van de plaatselijke regering, 1) Het spreekt van zelf dat ik iets meer of liever iets anders zal traelitente geven dan de verdienstelijke ermerins in het stuk Romerswaal zijner Zeeuwsche oud heden heeft medegedeeld. Hoe veel belangrijks ook daarin reeds voorkomt, de schrijver miste de bronnen waaruit het mij thans vergund is te putten. Evenzeer zal men begrijpen waarom ik hier ter zijde laat liggen de zoogenaamde Potamo-choro- graphie van Zeeland, in twee deelen, uitgegeven door j. n. krüger, in welk werk alles wat ermerins omtrent Romerswaal geeft, woordelijk en met kaarten, aan hangsel en al is nagedrukt, zonder dat er iets, dat de minste opmerking verdient, wordt bijgevoegd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1857 | | pagina 4