5
het kerkelijk beheer en het dijksbestuur, alsmede van de voor
maals in de stad aanwezige maatschappelijke inrigtingen, waar
onder de schutterijen, gilden enz., en bij de behandeling van
laatstgemelde een enkel woord spreken over den toestand van
derzelver handel en nijverheid, en eindelijk
III. Eenen vlugtigen blik werpen op derzelver historische
lotgevallen, meer bepaaldelijk in verband tot hetgeen daarom
trent reeds is medegedeeld in eene Beschouwing van die stad,
welke in het laatst der vorige eeuw is in het licht gegeven.
I. Romerswale of liever Reimerswale, zoo als die stad altijd
in officiële stukken wordt genoemd, was gelegen ten noordoosten
van het eiland Zuidbeveland, in de zoogenaamde watering Be-
oosten-Yerseke, thans bekend onder den naam van het Verdron
ken eiland van Zuidbeveland.
Naar eene in het jaar 1569 gedane meting was de stad in
omtrek 664 roeden, hebbende alzoo binnensmuurs eene opper
vlakte van 91 G., 156 R., terwijl het regtsbestuur of ambacht,
dat buiten hare muren of poorten gelegen was, volgens den
steenrol Bewesten-Schelde 2551 G., 160 11. bedroeg, waaronder
behoorden de ten jare 1535 bedijkte polders Machole, het
Ooster- enhetWesterlandvan Reimerswale en het zoogenaamde
's Graven ambacht.
Het is te bejammeren dat er van deze stad nooit eene kaart
of grondteekening heeft bestaan, waaraan men veilig eene his
torische waarde heeft durven toekennende teekening bij Smal-
legange en de gelijkvormige in de oudheden en gestichten van
Zeeland, leveren geene bepaalde bewijzen van echtheid, en deze
omstandigheid maakt het moeijelijk om zich van de uiterlijke
gedaante der stad een juist denkbeeld te vormen; ook heeft
Ermerins in .zijne Beschrijving van Reimerswale, dit punt
bijna geheel onaangeroerd gelaten, immers geene andere ren-
seignementen daarvan gegeven, dan dat aldaar een stadhuis,
eene kerk, twee kloosters, t. w. een van Reguliere kanunniken