71 in verband met de kustlichten, tot werkelijke beveiliging der scheepvaart, de zeelieden te misleiden en op de gevaarlijk ste ondiepten te lokken, alsmede landheeren, die na eenen storm er zich op verlustigden het strand als bezaaid te zien met goederen, en die hunne dankbaarheid ontboezemden jegens den Hemel, welke hunne stranden zoo zegende door er eene rijke buit op te doen aanlanden, hoog opgevende van hunne regten, welke hun door den Hemel op krakende schepen verleend waren. Wat men van deze tijden te denken heeft, laat zich nog meer bepaald opmaken uit onderscheidenehistorische feiten: zoo als b. v. verzekerd wordt, dat in enkele Christelijke kerken, ook in ons vaderland, openbare gebeden ten hemel werden opgezonden, wel ter beveiliging en ter uitredding der zeevarenden, doch evenwel zóó, om der Voorzienigheid tesmeeken, dat indien er schipbreu ken mogten plaats vinden, deze alsdan op hunne kusten zouden voorvallen, ter leniging van de aldaar lieersehende armoede. Zoo leest men hoe ten jare 1112 de aartsbisschop van Stade beweerde, dat de graaf Erederik geen vrijgeboorne, maar zijn lijfeigene was, vermits zijne moeder, van hem zwanger zijnde, op de Elve had schipbreuk geleden, en dus met hare vrucht door het strandregt aan den bisschop was vervallen. Eindelijk, dat Christiaan II, koning van Henemarken, door het afschaffen van het oude strandregt, eene (vooral voor dien tijd) hoogst aanzienlijke som van honderd duizend dukaten voor de kroon opofferde. De toenemende beschaving intusschen liet niet na ook in deze haren gezegenden invloed uit te oefenen. Als onbestaanbaar met de leerstellingen der Christelijke gods dienst, bedreigde het canonike regt met excommunicatie en andere boetedoeningen diegenen, die Christen schipbreukelin gen aan hunne verfoeijelijke begeerzucht zouden prijs geven (11). Het uitbreiden der handelsbetrekkingen tusschen deeuropesche staten onderling gaf aanleiding, dat door tractaten en verdra gen er meerder regel in de zeezaken tot stand kwam. De oude ïtomeinsehe wetten herkregen hun invloed en gezag, en erlang-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1857 | | pagina 71