73 den al meer en meer toepassing, en liet was omstreeks het midden der IS110 eeuw, dat keizer Prederik II voor geheel Duitsehland het strandregt afschafte, en die afschaffing door strenge maatregelen verzekerde. (13). Dan hoevele elementen er ook medewerkten ten goede, is het niet te min geschiedkundig waar, dat het geheel doen op houden van dat middeleeuwsch misbruik met oneindige moei- jelijkbeden heeft te kampen gehad, en dat dit eerst door verloop van tijden meer is algemeen geworden. Wat deswege elders moge hebben plaats gegrepenwij vestigen alleen de aandacht op ons vaderland, en daarbij in het bijzonder op Zeeland. Het is door deskundigen (Prof. van Hall) uitgemaakt, dat het de keuren van Zeeland zijn, die als de oudste oorkonden van strafregt in ons vaderland zijn aan te merken; en als zooda nig mag men dan ook zeggen, dat het in Zeeland is, waarin het eerst omtrent strandregt voorzien werd. De oudste dier keuren is die van Plorens, momboir of voogd van Holland en Zeeland, volgens van Mieris uitgegeven ten jare 1356 en door graaf Ploris V op 13 november 1390 ver nieuwd (13). Dezelve had, als gegeven aan die van Zeeland welke buiten Middelburg, Zierikzee, Westkapelle en Domburg gelegen zijn, alleen betrekking tot het platteland, terwijl de keur voor de poorters van Middelburg van den jare 1317 en de latere van 1354 grootendeels door de steden werden aangenomen cn eerst later door Reimerswael en Ylissingen. Het was volgens de artt. 35 en 36 van deze keur van 1256, en art. 46 van die van 1290, dat, n niemand en sal hebben Zeedrieht dan die grave of syn bode, en so wie dat Zeedrieht an hem haalt, hine hout se openbare (in bewarnisse) tot des dagers behoef, of tot des gravenhi sal se vierscatte gelden of als roof." Diensvolgens (en zoo is deze wet te verstaan) komt de zee drift alleen aan den graaf toe: niemand mag gestrande goederen in bezit nemen dan de graaf of zijn bode: en wie gestrande goe deren tot zich neemt, en ze niet openlijk in bewaring houdt tot des eigenaars of tot des graven behoef (ad opus jus habentium)

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1857 | | pagina 72