73
zal viermalen de waarde daarvan moeten betalen, of als roover
gestraft worden.
Deze zelfde graaf Moris bepaalde in 1277, ten voordeele der
Hamburgsclie kooplieden, die te voren de "Vlaamsche haven het
Zwin aandeden, maar nu verlangden om door de Maas naar
Dortrecht of elders hunne goederen in te voeren, dat wanneer
hunne schepen op 's graven kusten mogten stranden, de gebor
gen goederen gedurende één jaar en een dag in bewarenderhand
zouden gehouden worden, ten einde in dien tusschentijd in der-
zelver geheel aan de eigenaren of derzei ver erfgenamen te kunnen
worden teruggegeventerwijl eerst na dien tijd de graaf die voor
zich of zijne regthebbenden (ambachtsheer) zoude aanslaan (14).
Bij het groot privilegie van hertogin Maria van Bourgondie,
op 14 maart 1476 aan Holland, Zeeland en Yriesland gegeven en
aldaar kracht van wet hebbende, trof men gelijke bepalingen aan
tot waarborg der regten van eigenaren op hunne verongelukte
goederen15) zoo mede in de nieuwe keure van den lande van
Zeeland, 16) ten jare 1495 gegeven door haren zoon Philips
den Schoone, waarin (cap. 4 art. 13) vele opmerkelijke voor
schriften worden aangetroffen: zoo als b. v. dat niemand mag
zeedriften aanvaarden dan de graaf of zijn gemagtigde, of aan
wien het gegonnen is (gelijk men destijds reeds het strandregt
als een ambachtsgevolg aan de heerlijkheden afstond), dat
zoo wie anders eenig zeedrift aanvaart, deze als wegens roof,
lijf en goed zal verbeuren, dat de zeedriften in bewaarder hant
zullen gehouden worden één jaar jen zes weken om onder rede
lijken bergloon terug te geven aan den eigenaar die het genot
toekomt, oft kennis brenght van waarde, dat de geschillen
sullen worden berecht by den Schout ende Schepenen van der
Parochiën, terwyl de verderfelyke goederen verkocht sullen
worden ten besten oorbaare bij den Rentmeester, ter thegen-
woordigheid van drie 's Gravenmannen. De afkomende gelden
sal men houden tot des klaghers behoeve, en soo niemand binnen
denselven tydt opkome, soo sal't den Grave toebeliooren, of den
gepriviligieerden Ambachtsheeren)
In hoeverre die oudere keur door de nieuwe is vervangenin