7
heid van de stad heb kunnen opsporen: alleen moet ik hierbij
nog doen opmerken, dat de namen der straten, welke hierboven
zijn opgegeven, door mij zijn ontleend aan oude koop- en
verkoopbrieven van huizen, en deze in die stukken met al
hunne belendingen worden opgegeven, zoo dat daaruit welligt
eene plattegrond der stad zoude kunnen worden ontworpen, die
wel de vereischte mathematische naauwkeurigheid, met betrek
king tot de juiste afmetingen der straten en gebouwen zoude
missen, doch niet te min eenig denkbeeld van den vorm der
stad geven en daarom altijd eene historische waarde zoude be
zitten.
Laat ons nu een oogenblik stilstaan bij hetgeen nopens de
publieke gebouwen, zoo stedelijke als kerkelijkeverder wordt
aangetroffen.
Het eerste gebouw dat wij hierboven hebben opgenoemd is
het Stadhuis. In onderscheidene stukken wordt melding ge
maakt van een oud en een nieuw stadhuis, het eerstgemelde was
in den brand van 1450 geheel vernield. Omtrent den uiterlijken
vorm- of den stijl waarin het nieuwe was gebouwd is niets bekend,
alleen was daarop een toren met slaand uurwerk; ook doet ons
een octrooi van keizer Karei V, van 28 October 1519, zien dat
alstoen aan dat stadhuis is bijgebouwd eene gevangenis voor
criminele en civile misdadigers, zijnde volgens den letter van
het octrooi zelf een goet stercke vierkantige torre met twee
welfssele d'een boven d'ander, welke toren was omsloten met
een hooge muur en wel omdat men tot de voirs: gevangenen
egheen toeganck of sprake sal mogen hebben," alsmede ruime
kelders tot berging van bier, om de goede ingezetenen te kunnen
gerieven in den winter, wanneer bij ijsgang de schepen niet
kunnen aankomen.
In de boven aangehaalde orde volgen
De halle en de nederhalle. Laatstgenoemd gebouw was de
eigenlijk gezegde vleeschhalwelke waarschijnlijk, zoo als in
meer steden het geval is, in het benedenste gedeelte van het stad
huis zal zijn gevestigd geweest, en door de halle meen ik te
moeten verstaan, het boven gezegde nederhalle aanwezige lokaal,