84 auss Keyserlicher macht die selben hiemit auffheben, vernichtigen unnd abthivn, und hinfiirther nit eingefürt werden sollen." Tractaten ter regeling van het strandregt werden door onderscheidene vorsten aangegaan; doch altijd onder voorwaarde van reciprociteit. Hertog Albrecht van Beijeren gaf aan de kooplieden der Hanzesteden, ao. 1404, de geborgene goederen terug om Gods wille en arbeidsloon. W. C. Boey. Diss, de Jure circa res nauf., in append. 4. Den 12 febr. 1496 werd het verbond van koophandel gesloten tusschen de Ne derlanden en Engeland. Wagenaar, Vad. Hist. IV. 302. Olivier op. cit., 368. Het vrede verdrag tusschen Hendrik VII, koning van Engeland en Philips, aartshertog van Oostenrijk, van 14-95. De Groot. Mare liberum (Leyd. 1633) bi. 253. Olivier op. cit. 368. Zoo ook werd er omtrent zeedriften gewag gemaakt in het privilegie door den koning van Denemarken en Zweden in 1490 verleend aan de Hollandsche steden. Amsterd. Handvesten (uitg. 1663) p. 85. 86. Gelijke bepalingen treft men aan in de tractaten der Vereenigde Nederlanden met Denemarken in 1524, met Engeland in 1473, 1495,1625, met Marocco in 1610, met Algiers in 1679, Frankrijk in 1678. Boel. Decis. en Observ. 597. Gr. Place, boek III, 1401. Wijders in de Vredestractaten van Nijmegen 1678Rijswijk 1697; Utrecht 1713.— (11) Alewijn, diss, cit., p. 17. Heemskerk, 297 in nota. Olivier, p. 365. Cras, 11. 250, 251257. Van Leeuwen, Bom. en Holl. regt, II, 3, 9. Cens. for., 1, 2, cap. 3 no. 15. (12) Cras, 11. 258. (13) Chora a Elorentio, Tutore Ilollandim, Zelandis concessa, et ab ipso et a domino Henrico de Yorne Castilano Zelandixe confirmata. Art. 35. «Nullus habebit Zedrict, nisi comes vel nuncius ejus, et qui zedrict sibi attraxerit, emendabit sicut predam fecisset. Art. 36. Ubicunque navis in hac Chora applica- tnr, et Dominus verus, insecutus fuerit earn, et hoc veraciter comprobatur, qui ei navein contraxerit, emendabit sicut predam fecisset." Bij van Mieris, Groot char - terb., I, 305zonder dagteekening, doch welke men stelt op 1256. Graaf Elorents geeft deze keure of handveste en rechten aan die van Zeeland, welke buiten Middelburg, Zierikzee, Westcapelle en Domburg gezeten zijn, 13 Nov. 1290. Van Mieris, Gr. charterboek, III, 511. Van Hall, Verhandel, over de Stedel. handvesten en keuren in Holland en Zeeland. N. Bijdr. 1,1851, pag. 559.Feith, diss, cit., 84-, (14) Dit stuk, van 21 September 1277, is te vinden in van Mieris Gr. Charter boek, I, 394. (15) Het Groot Privilegie van hertogin Maria van Bonrgondie, op 14 Maart 1476, (door Cras, p. 270 van kracht verklaard) aan Holland en Zeeland ver leend, houdt in dat zoo wanneer eenigeschepen, by watsaecken dattetzy, ter zee bedorven werden, dat een yegelijcken als dan syn goedt daer uit komende by der see ofte ander strangde, dryvende, of oock bij andere luyden ghebracht wesende, sal mogen vry aentasten, ende syn profyt daer mede doen, in wat plaetsen of landen, in die onderdaenigheydt ende heerlykheyt van ons ende onse naekomelingcn, deselve

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1857 | | pagina 84