64 Kort daarna werd aan dit zijn verlangen voldaan en verkreeg hij in vleijende bewoordingen ontslag uit die commissien: terwijl hij in het volgende jaar bij de instelling van het onder- scheidingsteeken voor langdurige militaire dienst, geregtigd verklaard werd tot het dragen van dat onderscheidingsteeken, en wel van dat met het cijfer XXX voorzien. Intusschen had hij de residentie vaarwel gezegd, om het overige zijner levensdagen in zijne geboortestad door te bren gen. Al spoedig werd hij tot directeur van dit Genootschap verkozen. Gij waart, M.H., vele jaren getuigen van zijne belang stelling in ons Genootschap, van de stiptheid waarmede hij onze vergaderingen, ook die van directeuren, bijwoonde, en van zijnen ijver in de commissien waarin hij geroepen werd. Zoo leefde hij vele jaren in ons midden, steeds opgeruimd van geest en helder van hoofd: het goede des levens op gepaste wijze genie tende, wars van alle aanmatiging op zijn verkregen rang: min zaam voor allen, inzonderheid op breede schaal weldoener der armen. Zoo genoot hij, bemind van vele, geacht door alle zijne stadgenooten, bij het streelend terugzien op hetgeen hij ten nutte van het vaderland, had mogen daarstellen, de vruchten van een welbesteden leeftijd, en zoo viel hem in den avond van zijn le ven die eervolle rust te beurt die wel het loon mag zijn van eene werkzaam en glansrijk afgelegde loopbaanZijne goede gezond heid scheen hem nog meer levensjaren te beloven, toen, gelijk gij weet, een ongelukkige val in zijn boekvertrek eene verwon ding te weeg bragt, die door bijkomende koortsen zijne krach ten sloopte en hij den 20 maart des afgeloopen jaars ontsliep. Bij zijnen uitersten wil had hij, altijd naauwgezet op elke ver- pligting, aan dit Genootschap, volgens het voorschrift van des- zelfs wetten, een belangrijk boekgeschenk besproken, 't welk dan ook reeds onze bibliotheek versiert. Zijn naam zal niet ligtelijk uit onze herinnering worden uitgewischt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1857 | | pagina 64