GG Wanneer men zicli daarbij bepaalt tot den vorm en inhoud der wetten, tot haren aard en strekking, dan weer vermag men inzien, hoe de wetgevingen (elkander bij verloop van tijden opvolgende en vervangende) luide getuigen zijn eener traps gewijze ontwikkeling van den menschelij ken geest, die hand aan hand gaat met de steeds vooruitstrevende zedelijke beschaving des volks en de uitbreiding van deregtsbetrekkingen der natiën. In één woord; bij de beoefening van oudere wetten is het ge gund om gade te slaan en na te gaan, hoe de oorsprong derzei ven zich verliest in gebruiken der eerste tijden van ruwheid en onkunde, hoe die eerste wetten in hare onbestemdheid en gestrengheid, bij het vestigen der regeringen, den grond hebben gelegd tot zachtere en mildere verordeningen, die op hare beurt weer, bij het wisselen van tijden, en bij een voortdurend wijzigen en bestendigen, en verbeteren geleid hebben tot die stellige wet gevingen, welke het kenmerk en de sieraad van onzen tegen- woordigen leeftijd uitmaken. Uit een zoodanig oogpunt is dus gewis iedere bijdrage omtrent den voormaligen regtstoestand van ons vaderland voor de beoe fening der geschiedenis zelve, en voor die der regtswetenschap een welkom onderwerp, en ik vlei mij dan ook uit dit gezigts- punt ten gunste te hebben gestemd voor dat, waarop ik mij voorstelde voor eenige oogenblikken onze aandacht te vestigen. In eenige nadere beschouwingen wenschende te treden om trent een of ander punt van den vroegeren regtstoestand, of der voormalige wetgeving van het gewest onzer inwoning, bood zicli daartoe een rijkdom aan van onderwerpen, waaruit het schier moeijelijk werd eene keuze te doen. Wij bepaalden ons tot een onderzoeknaar de regten, welke in verloop van tijden in Zeeland hebben gegolden nopens personen en goederen, die bij schipbreuk op de kusten van het gewest kwamen te vervallen. Ook bij een zoodanig onderzoek zal het ons gegeven zijn, te zien hoe de eerste bewoners van Zeeland, in de algemeene onbeschaafdheid der natiën van Europa deelende, deongelukkigc schipbreukelingen, zoo wel als hunne goederen voor goeden buit

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1857 | | pagina 66