16
Abtskerke, heb ik ontdekt in eene aanteekening op een char
ter uit het midden der 14c. eeuw, en waarschijnlijk zal het
dien naam hebben verkregen bij eene herdijking door een der
Middelburgsche abten, na bevorens overstroomd te wezen,
zoo als van algemeene bekendheid is, dat in vroegere eeuwen,
toen de verdediging onzer oevers zoo hoogst gebrekkig was,
meermalen bij herhaling geschiedde.
In de Oostwatering is als hoofdkerk van een afzonderlijk
kerspel opgegeven, de kerk van Oostkapelle.
Yan den Bergh, in zijne middel-Nederlandsche geographie
teekent haar bestaan aan op liet jaar 1207, evenzeer die van
hare dochterkerk Alardskerke op 1247 intusschen is in ons
gewestelijk archief een stuk voorhanden van zekeren llirk
domdeken te Utrecht, hetwelk eene uitspraak bevat ten aan
zien van de grensregeling der beide gemeentenhet draagt
geene dagteekening doch is bevestigd door bisschop Wille-
brand op de Nonen van Augustus 1230; reeds dit bewijst
dat eerstgenoemd stuk van hoogeren ouderdom moet zijn
maar er is meer, namelijk het schrift, de vorm van het stuk
zelf, de naam van den gever Dirkonder welken wij op de
lijst der domdekens in van de Water's Utrechts placaatboek
er slechts één en wel op het jaar 1173 aantreffen, alles schijnt
het vermoeden te geven, dat genoemd stuk aan den in het
hoofd van ons stuk vermelden bisschop Dirk I, die te voren
proost of deken ten Dom was en van 11961197 op den
bisschopszetel heeft gezeten, moet worden toegeschreven, en
mogt nu een nader critisch onderzoek der in- en uitwendige
kenmerken eenmaal dit vermoeden bevestigendan zal niet
alleen het bestaan der kerken van Oostkapelle en Serooskerke
tot dien tijd kunnen worden terug gebragt, maar zullen ook
wij dit in allen opzigte zoo belangrijke stuklater welligt (als
12 jaren ouder dan het charter van Boudewijn II) voor het
oudste in ons gewestelijk archief kunnen aanmerken.
Behalve Alardskerke staan als onderhoorigheden van de Oost-
kapelsche kerk nog vermeld de navolgende kerken