39 Of ik den heer Ruisen de Bruin, schrijver van de Genea logie van den huize van Borssele, M. S., onder de Edelen moet tellen, beken ik niet te weten, alzoo zijne afkomst en zijn geslacht mij geheel onbekend zijn. Dit is ondertusschen zeker, dat zijne gemelde geslachtlijst zeer uitvoerig, naauw- keurig en geleerd is opgesteld en met een groot aantal van preuves uit oorspronkelijke stukken nageschreven, zoo beves tigd is, dat dezelve dubbel waardig is gelezen te worden door alle kenners van dit slag van geleerdheid en door alle liefhebbers der vaderlandsche en voornamelijk der Zeeuwsche oudheden en historiën. De heer Ruisen de Bruin haalt ook aan de Genealogie van den huize van Borssele geschreven door den heer van Hoen- cop zonder bijvoeging of dit zijn geslachtnaam was, dan of hij de heerlijkheid van dien naam in 't sticht van Utrecht zich door koop had eigen gemaakt en daarnaar benoemd is; en zonder melding van zijn' leeftijd en woonplaats, hoewel hij ter zelfder plaats sprekende van de Genealogie van Joris Seijen (die mij geheel onbekend is) er bijvoegt, dat die te Amsterdam woonde. Ik weet derhalve geen nader berigt te geven van deze twee laatstgenoemde schrijvers en van hunne geslachtlijsten, mij alleen bij naam en titel uit het aangehaalde getuigenis bekend. Nog spreekt de heer Ruisen de Bruin 3) van eene genea logie van 't geslacht van Borssele, van Brussel, in de Eran- sche taal, die de correctste van allen is, maar laat ons on kundig van den naam en staat des schrijvers, tenzij hij die van Butkens mogt bedoelen, die voorzeker zeer correct is. Ik zwijg van de Genealogie van den huize van Borssele, op gesteld door Jhr. Jacob van Borssele van der Hooge en van den heer Ruisen de Bruin zeer geprezenomdat ik van dezelve zal spreken, waar ik opzettelijk over zijne geleerdheid in het vervolg zal handelen. Dewijl nu verscheidene Zeeuwsche Edelen door meer dan Fol. 34. M, S. 2) Fol. 131 vso. M. S.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1859 | | pagina 39