40 gemeene geleerdheid zoo in 't stuk der wapen- en geslacht- kunde als in andere deelen van goddelijke en mensohelijke wetenschappen zich lofwaardig gemaakt hebben, en nogtans in de geleerde wereld niet bekend zijn, omdat er weinig of niets van hunne werken gedrukt is, zal ik hunnen roemwaar- digen arbeid en hunne verdiensten openbaar maken uit ver scheidene handschriften, onder mij berustende. Bij die gelegenheid zal ik verscheidene merkwaardige zeld zaamheden ontdekken, die tot nog toe in het duister geble ven waren en dienen zullen om de vaderlandseheinzonder heid de Zeeuwsche historiënvooral met betrekking op de Edelennieuw licht bij te zettenwaardoor men geheel andere denkbeelden van vele zakenzoo als die wezentlijk zijnzal moeten vormen, dan men tot nog toe gedaan heeft. De voorbeelden van de geleerdheid der Edelen, door mij vermeld, kunnen den Edellieden en aanzienlijken verstrekken tot aan sporing om den tijd, geschikt tot uitspanning en verkwikking, door te brengen met de eene of andere aangename en nuttige wetenschap te beoefenen. In de plaatsschikking en volgorde dezer geleerde Edelen van Zeeland oordeel ik best te volgen den tijd, wanneer zij geleefd hebben, ter vermijding van alle vermoeden, als of den een' of ander' eenig voorregt wierd toegekend. Doch begonnen zijnde met Jhr. H. van Sbrooskerke komt mij gevoegelijkst voor al de andere geleerden uit den huize van Tuyl van Seeooskerke onmiddelijk op hem te laten volgen, mitsgaders Jhr. Beuinink van Wijngaarden, als aan dat geslacht vermaagschapt, gelijk ook Jhr. Gillis van Wissekeeice, na wien in tijdsorde volgt Jhr. Jacob van Grijpskerke en dan zoude de laatste zijn Jhr. Jacob van Borssei.e van dee IIooge, die al de voorgaande overleefd heeft en van wien ik het breedvoerigst heb kunnen spreken, omdat mij vergund is zijne letter- en geleerdheid-schatten in zijne handschriften te mogen inzien, hetwelk mij van al de anderen niet heeft mogen gebeuren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1859 | | pagina 40