43 baar, dat zij door het eene en andere zich zeer lofwaardig hebben gemaakt en dat in het bijzonder Jonker Hendrik van Tdijl van Serooskerke, Heer van Stavenisse, grooten roem heeft verkregen, niet alleen door het getrouw bekleeden van zijne stads- en staats-ambten en gezantschap naar Enge land, maar ook door zijne liefhebberij en geleerdheid, vooral in de Zeeuwsche oudheden, geslachten en wapenen. W. van Gouthoeven getuigt in zijne Voorrede voor de Hollandse/ie Chronijk„dat drie personen hem in 't communiceren van „zommige genealogiën groot behulp gedaen hebben, als Jonc- „heer Hendrik van Serooskerke, Heere van Stavenisse, van „den Rade van State in Zeelant; wijlen D. Paülus Merula, „eertijts professeur in de historiën te Leijden, en de welge leerde 1). Arent van Buchel, advokaet te Utrecht." Gelijk de hoogleeraar Merula wiens doorgronde kennis van de Ro- meinsche, zoowel als van de vaderlandsche en Hollandsche regten, historiën, oudheden en schrijvers allen liefhebberen bekend is of kan worden hem zal hebben medegedeeld hetgeen tot de oude Edele geslachten van Holland betrekking heeft, zoo zal de advokaat van Buchell, die in bedrevenheid der vaderlandsche en bijzonderlijk der Utrechtsche zaken naauwelijks weergade gehad heeft3), hem de lijsten der Sticht- sche geslachten hebben toegezonden en Jonker Hendrik van Serooskerke die der Zeeuwsche Edelenaan welk laatste geen twijfel kan vallen, omdat in de lijst van de Heeren Ridders en de Edelen, die in Zeeland leefden van 't jaar 1477 tot 1500 bij Gouthoeven 3), men vindt een' geheelen stam boom van het geslacht van Tuijl, beginnende met Pieter van Tuijl, (eersten) Heer van Serooskerkeen eindigende met onzen Jonker Hendrik van Serooskerke en zijne broeders; waarvan in de geheele lijst, zoo men het geslacht van Crui- Ex vita P. Mekulae, operibus postumis pracfixo. 2) Burmanni Traj, Exud., pag. 3842. 3) Op tic HoU, Cliron,bl. 556 557.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1859 | | pagina 43