46 voor de Genealogie van den huize van Borssele, daar de schrij ver met volle zekerheid zegt: „bevinde dezelve (Remonstran- tiën van de jaeren 1596 en 1614) alleene getekent bij de „familiën van Borssele, Boshuisen, Cats, Cruiningen, van „dek Hooge, Serooskerke, Valkestein." Want schoon de Remonstrantie van het jaar 1596 maar door twee Edelen, lieer Maximiliaan van Cruiningen en Jhr. Willem van Cats geteekend en aan de heeren Staten overgebragt isgetuigen nogtans de Zeeuwsche Edelen in het jaar 1614 (van welke een was diezelfde Jhr. Willem van Cats) dat zij remon- stranten bij originele missiven konnen doceeren dat de saeke „doen (1596) met communicatie van de andere Edelen van „den Lande en tot gemeenen beste is bevordert;" zoodat er geen grond is tot twijfeling aan het getuigenis van den heer Ruisen de Bruin, door ons aangehaald, en het te wenschen isdat die originele missiven en andere stukken tot deze Remonstrantie behoorendenog te vinden warenwaartoe wel eenige hoop is, zoo de heeren uit het hoogadelijke ge slacht van Cats, nu in Holland wonende, de moeite namen om hunne familiepapieren te doorzoeken of toelietendat zulks door iemand anders mogte geschieden. Ten blijke van de kundigheid en geleerdheid van dezen Jhr. Hendrik van Serooskerke in de kennis van de regten en voorregten van den Zeeuwschen adel, mitsgaders van het vertrouwen, dat vele Zeeuwsche Edelen op hem en op zijne bekwaamheid stelden, zal ik hier bijvoegen uit volzekere be scheiden een kort verhaal van het bekend verdrag door som mige Edelen gesloten met prins Maurits van Oranje Eersten Edele van Zeeland, in den jare 1624. De Edelen van Zee land hadden sedert het jaar 1607 en vervolgens eene tweede poging gedaan, (zijnde de eerste van het jaar 1596 vruchte loos geweest) om het Lid der Ridderschap en Edelen van Zeeland hersteld te krijgen, met en benevens den Eersten Edele. Doch na elf jaren lang alle moeite vergeefs te heb ben aangewendbesloten eenige Edelen een soort van ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1859 | | pagina 46