47
drag of accoord aan te gaan met prins Maurits, om hem,
als markgraaf van ter Yeere, het voorregt te laten behouden
van het Lid der Edelen ter Staatsvergadering alleen te ver
beelden, met afstand van het regt, hetwelk hun wegens
hunne geboorte en volgens den ouden regeringsvorm van Zee
land toekwam, en dat onder eenige voorwaarden en bedingen,
die hun voordeelig schenentegen welk besluit van eenigen
zich echter sommige Edelen standvastig bleven aankanten en
protesteerden daartegen, als die het onbehoorlijk oordeelden
de voorregten hunner geboorte als te verkoopen.
Maar de meesten gingen des niet tegenstaande met deze
zaak voort en onderteekenden, ten getale van tien, op den
10 Mei 1618, eene irrevooabele procuratie op heer Hen-
drik van ïtiiJL van Seiiooskerke heere van Staefvenisse,
Cempens hofstede, Rhijnhuisen enz., om met prins Maurits
te komen in communicatie over het voor verhaelde subject,
wijders alle zoodaenige middelen van accoorde te helpen be-
raemen en examineren en daerna concluderenals geoordeelt
zullen dienstelijk en bequaem te weezenniet alleen voor
de Ridderschap en Edelen en zijne vorstelijke genade, maer ook
„voor den geheelen staet van Zeelant, belovende op adelijk
woort voor goetvast en van waerde te houden al 'tgeene bij
voornoemde lieer van Staefvenisse zal worden gehandeltal
waere het ookdat de importantie van deze zaek nog bree-
der last en authorisatie mogte vereischen als aen dezelve het
„uitvoeren daervan, in aenzien van deszelfs meede interest,
ten vollen betrouwende." Uit kracht van deze irrevocabele
procuratie heeft gemelde heer Hendrik van Tuut, van Se
iiooskerke, na eene zesjarige onderhandeling, met prins Mau
rits een accoord gesloten, waarvan twee brieven zijn gemaakt,
bezegeld en geteekend bij zijne vorstelijke genade en den heer
Hendrik van Tuijl van Serooskerke op den 26 December
1624; waarin hij uit naam van de Edelen en Ridderschap
van Zeeland, gedaan heeft en cessie en transport van al hun
regt om met den Eersten Edele te compareren in de Staats-