54 hooskerke hertrouwd is aan Gillis van Wissekekke (van wiens verbittering tegen zijn vaderland wij voorheen de bewijzen hebben bijgebragt), 't welk ook in de lijst bij Boxhorn 2) wordt gezegd, doch waarvan in de geslachtlijst van Tuijl van Serooskerke bij Smallegange niets te vin den is 3). De ijverige aankleving van Jr. Bbüinink van Wijngaarden aan de oude Religie (zoo als men toen sprak) en aan de belangen van het llof deden de Landvoogdes Margaretha van Parma ten jare 1565 in hem den regten man vinden om de strenge bloedplakkaten tegen de protestanten „wel ende scherpelijck te doen onderhouden, alsmede 't gene dat by 't Heylich Concilium „ghenaemt van Trente, ende de Provinciale Synoden gheordon- „neert ende ghestatueert is gheweest, en den Inquisiteurs alle „gunste, bijstandt ende assistentie te doen, en betoonen, en zulks door officieren ende wethouders van de steeden van Zeelant Beooster-Scheldt te onderrichten en verwittigen"; volgens haren brief aan hem bij Boxhorn 4). Want als de Burgemeesters van Zierikzee op dezen brief aan hem een alge meen en uitstellend antwoord gavenzijn zij daarover bij hem als Rentmeester Beoosten-Schelde vervolgd en genood zaakt schriftelijk antwoord voor de Landvoogdes aan hem ter hand te stellen, hetwelk echter meer eene heusehe weigering dan eene ronde toestemming behelsde, kunnende de Rent meester niet beletten, dat in liet volgende jaar 1566 de nieuwe leer (zoo als men de zuivere waarheid ten Ilove noemde) met grooten toeloop in Schouwen gepredikt werd. De Roomsch- en Spaansch-gezindheid van Jr. Bruinink maakte hem zoo aangenaam bij Alva, als zijn schoonvader en schoonbroeder, boven vermeld, bij denzelven waren. Want die Hertog liet hem niet alleen het Rentmeesterschap Beoosten- Schelde behouden, maar stelde hem ook aan tot het bij de vrijheidsminnaren zoo hatelijke ambt van Ontvanger van de BI. 755. BI. 693. 2) Op Reigersbergh, cl, II, bl. 357. u) Op Rkigersbeegh d. I, bl. 327332.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1859 | | pagina 54