57
tot 1493 vijf Rentmeesters van Zeeland Bewesten-Schelde uit
hetzelve geweest, volgens liet berigt van den Edelen Heer
VAN GRIJPSKEHKE.
In de Nederlandsche beroerten bielden die van dit geslacht
zich aan de Roomschgezinde godsdienst en hebben die voort
geplant tot op den laatsten nakomelinghetwelk hier der
aanteekening waardig geoordeeld wordt, omdat de drift voor
die godsdienst dezen Jr. Gillis van Wissekerke tot een gesla
gen vijand van zijn vaderland heeft gemaakt, welks bederf,
doch tot zijn eigen bederf, hij poogde te berokkenen. De
wijl zijne historie eenig licht bijzet aan de gesteltenis dei-
zaken ten zijnen tijde voorgevallen in ons gemeenebest en in
Zeeland, zal ik die kortelijk vooraf laten gaan.
Mij is niet gebleken, dat hij in den jare 1596 (toen zijn
vader overleden is) met de andere Zeeuwsche Edelen heeft
medegewerkt tot verkrijging, dat het'Lid der Ridderschap
en Edelen in Zeeland zoude worden hersteldook nietdat
hij ten jare 1607 zich bij de Edelen te dien einde heeft ge
voegd want het is waarschijnlijkdat zijn vader en hij zich
zullen hebben opgehouden in de Spaansche Nederlanden tot
het twaalf-jarig bestand van den jare 1609 toe, wanneer
elk vrijheid verkreeg om weder te keeren tot zijne verlaten
goederen, en dat hij gedurende dien tijd in Zeeland zich zal
hebben opgehouden, misschien met oogmerk om daar te blij
ven, zoo hij, als een Zeeuwsch Edelman, deel aan de rege
ring konde krijgen. Daartoe onderteekende hij benevens an
dere Edelen op den 17 September 1614 en 18 September
1615 het besluit der Edelen van Zeeland, om de noodige
kosten te betalen, vereischt tot het achtervolgen van hun re
quest ter herstelling van het Lid der Ridderschap en Edelen
in Zeeland, in dat jaar overgegeven; zoo dat men het zeggen
der Edelen in hun antwoord op het contrabericht van prins
Madrits, dat „de Remonstranten zijn alle inwoonders van
1SlIALLEGiNGE, bi. 755.