50 (Ierland, waarvan zijn zoon Jan van Wissekerke de kennis heeft medegedeeld in zijn verzoekschrift aan Philips IV, ko ning van Spanje, ten jare 1655, om de heerlijkheid Pelten- hurg tot eene Baronie te verheffen. Onder de beweegredenen draagt hij den koning onder anderen voor, dat „zijn vader, „Gillis van Wissekerke, den koning vele en uitstekende „diensten gedaan had, in 't bijzonder ten jare 1631, toen hij zich liet gebruiken in zekere onderneming op de eilan- den van Hollandin welker uitvoering hij het leven ver- „loor." Zoo heeft dan Jr. Gillis van Wissekerke, welke zijn vaderland om het geloof verlaten had, het zijne toege- bragt om Holland en Zeeland van een te scheiden en de Staten tot een nieuw bestand met de Spanjaarden als te dwingen, door die ontzaggelijke chaloup-vloot, waarmede zij meenden Willemstad in te nemen en Ooltgensplaat en het Prinseland te versterken, doch die in 't Slaak genoegzaam vernield werd door de Staatsche schepen op den 13 Septem ber 1631 Zijn zoon roemt daarvan als van eene helden daad maar de Staten begrepen het anders en hielden het voor verraderij tegen zijn vaderland en verklaarden al zijne heerlijkheden en goederen, onder hun gebied liggende, ver beurd, die verkoopende voor 185,000 gulden, zonder te wil len verstaan tot wedergeving na den gesloten vrede van Mun ster 2). Zijne euvelmoedigheid tegen zijn vaderland belette niet, dat hij een liefhebber van geleerdheid was, bijzonderlijk met betrekking op de geslaohtkunde der Zeeuwsche Edelen. De blijken daarvan weet ik niet of nog te vinden zijn, maar hebben eertijds berust onder Jr. Jeuonijmus van ïiiijl van Serooskerke, volgens de getuigenis van den edelen heer van Grijpskerke, in zijne verklaring van de lijst uit de abdij op het geslacht van Wissekerke Onder de papieren (zegt hij) van den heere van Staefvenisse vermeldvinde eene Van den Sande, bock 11, bl. 417 en v. 2) Supplément, a Butkens, tom, 2, pag. 68, 69.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1859 | | pagina 59