60
„pertinente genealogie van dit geslacht, geschreeven met de
eigen hand van wijlen heer Gillis van Wissekerke heere
van Couwerve. Edog om niet te gaen buiten mijn gewoonte
derve die hier niet insereeren." Hetwelk te wensehen ware
dat hij gedaan had, omdat dezelve nu te vergeefs gezocht is J).
Jr. JACOB VAA GRIJPSKERKElieer van Grijpskcrke cn Poppcudamme.
Kort nadat ik liet. elfde kapittel van 't Graafschap van
Zeeland van dezen Edelen Heer had uitgegevenben ik mag-
tig geworden een ander handschrift van datzelfde werkhet
welk beter geschikt en vollediger is dan hetgeen ik te voren
bezat; zijnde met eenige aanteekeningen of van den edelen
schrijver of van iemand anders opgehelderd en vermeerderd
en waarschijnlijk tot de drukpers gereed gemaakt.
Ik vind daarin de volgende kapittelen in deze orde, be
halve eene aanmerkelijke voorredeonderscheiden van den
brief van opdragt, die in hetzelve achteraan staat:
1. behelzende eene korte beschrijving van Zeeland, bl. 732;
2. van al de geslachten der graven van Zeeland, bl. 3848;
3. van het regt van successie in de landen van Holland
en Zeeland en hulding der graven; bl. 4956.
4. van de pretensiën der Roomsclie keizers op Zeeland
gemaakt, bl. 5972;
5. behelzende de pretensiën op Zeeland Bewesten de
Schelde, bl. 73—96; (Hier is op den kant bijgevoegd:
pretensiën van Brabant, vide Butkens, p. 290);
6. van de Staten van Zeeland, bl. 97117;
7. van het eerste lid der geestelijkheid van de drie Sta
ten van Zeeland, bl. 119125;
8. van de Ridderschap en Edelen van Zeeland represen-
J) Cf. onderzoek, waarom de Zeeuwsche edelen 't compromis niet teeken
den, M. S. bl. 18, 19, [gedrukt in J. W. te Water, Hist, van het verb.,
dl. I, bl. 188225]. Zie ook M. Butkens, Nobiliaire des Pays-bas1.1
1». 334, 385. (J. W. te Water).