7ö de schrijver deel gehad heelt aan de regering van Zeeland en toegang tot de schriften van staat, uit welke hij meest zijn werk heeft zamengesteldten vertooge van den staat van Zeeland, in het lands- en kerkbestuur, voornamelijk na den vastgestelden regeringsvorm van den jare 1576. Hij heeft dit werk voltooid in het jaar 1648, alzoo hij bl. 127 schrijft: „In den voorleeden jaere 1647 is nog te Dom- burg te voorschijn gekomen enz.," gelijk ook al de notulen, resolutionmemoriën en remonstrantiëndie hij aanhaalt niet verder loopen dan tot het jaar 1648. Na dit geschreven te hebben, zag ik in Smallegange dat de schrijver van dit fraaije stuk is geweest de heer Mr. Antonij de Jonge, lieer van Bruinisse enz., in den jare 1631 geweest burgemeester te Zierikzee, daarna rekenmeester, grif fier van de rekenkamer van Zeeland en ten laatste nog pen sionaris van de stad Middelburg; want de verhandelinge van de Leenen door Smallegange daar nageschreven staat woor delijk in het vermelde handschrift Kap. 8, bl. 6789. Insgelijks hetgeen Smallegange 2) beredeneert over de gra felijkheid en souvereiniteit van Zeeland is een kort begrip van het le. en 2e. kapittel uit het werk van den heer de Jonge bl. 1—9, schoon hij hem daar niet noemt, evenmin als op verscheiden andere plaatsenwaar hij den inhoud van des heeren de Jonge redeneringen, doch verkort en niet met diens eigene woorden, opgeeft als ware het zijn eigen werk, Dit fraaije stuk maakt met de twee gemelde Graaf schappen een' allervolledigsten staat van oud en nieuw Zeeland uit. Om van dezen uitweg weder te keeren tot de geleerde schrif ten van Jr. Jacob van Borssele van der Hooge ik vind onder dezelve een boek in groot 4°. van 168 bladzijden ge schreven met zijne eigene hand en in 't Latijn, handelende over den adel, Be Nohililate, hebbende versclieidene aanhang sels, als: 1. Eene beschrijving van de wapenen der Edelen, J) Cron., bl. G41 en volg. 5) L. c., bl. 213217.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1859 | | pagina 76