100 niet verwondert dat de aanhangelingen van zijn' vader en broeder hem bij voorkeur zochten; en blijkt het hieruit dat de naam van de Lansbergens en hun dienstwerk destijds bij velen hoog was aangeschrevendan kan verder uit een besluit van de classis van 4 Januarij 1616, waarbij op do klagt van den kerkeraad van Goes aan dien van Kloetinge bevolen werd dat geene lidmaten van Goes tot het Avondmaal zouden worden toegelaten, omtrent welke toelating Piiilippus Lansbeugen Junior zich verantwoorddealsmede uit de wederlegging van de classis van deze verantwoording onder dagteekening van 2 Januarij 1617, worden opgemaakt dat de scheuring in do gemeente te Goes, ter zake van het ontslag van de IjAnsbergens zich niet zoo spoedig hersteld heeft. Het vroeger (bl. 58) gemelde omtrent de uitoefening van de geneeskunst door predikantenkan ten slotte nog worden aangevuld door eene, in de nalatenschap van Dr. J. ab Utrecht Dresselhuis gevonden, aanteekening, waaruit blijkt dat de Zuid-Bevelandscheclassis den 6 Januarij 1614, alzoo drie maanden na het ontslag van de Lansbergens een besluit heeft genomen dat geen predikant met zijne dienst tevens de geneeskunst zoude mogen uitoefenen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 100