10 tijd des levens zien verwelken en sterven 1). Aandoenlijk is liet korte woord, waarmee hij in zijne eigene aanteekeningen daarvan gewaagt: „Met 1853 begonnen de kwade dagen. lc. Preek op Zondag. Dood van Johanü!" Met 1853 be gonnen de kwade dagen: inderdaad, dit sterven schijnt een' onuitwischbaren indruk op Dresselhuis gemaakt en hein een' last te hebben opgelegd, dien hij niet torschen kon: 't be hoorde onder die omstandighedenwaarin men het keerpunt zijns levens beschouwen mag. Van toen af was zijn hart ineengezonken, zijn' kracht gebroken. Wel verrigtte hij nog zijn' tallooze werkzaamheden, maar ze waren niet meer als vroeger zijn lust, liefde en leven. Slepend arbeidde hij aan de pligten, hem opgelegd, en zijn sterk ligchaatn bezweek onder de zwaarte van een leed, dat zijn hart deed bloeden van de diepste wonden. Daar trof hemden reeds ver zwakten, zenuwachtigen grijsaard, op den 25 Maart 1857 eene beroerte, die hem in Junij daarop zijn ontslag deed verzoeken als schoolopziener en ook noopte zijn emeritaat te vragen, dat hem met Januarij 1858 verleend werd. Sedert den noodlottigen slag, die hem getroffen had, ging hij voor de maatschappij langzamerhand verloren. De groote man, later meestal naauwelijks zich zeiven bewustwas hulpbehoevend als een kind geworden. Ilij had zich zeiven overleefdhij was als levende gestorven. Eindelijk verloste de dood hem van het lijden, dat alleen de teedere en moeijelijke zorgen zijner echtgenoot en éénig overgeblevene zuster vermogten dragelijk te maken. Hij stierf te Middelburg, waar hij na het nederleggen zijner betrekkingen was gaan wonen, op den 23 Augustus 1861. Zijn lijk werd overgevoerd naar Wolfaartsdijk en volgens zijn verlangen aldaar nevens dat van zijn' dierbaren zoon op den 27e" daarna ter aarde besteld. Bij die plegtige begrafe- 1Mr. Johannes Gkrardus ab Utrecht Dresselhuis overleed te Goes 18 November 1853 en werd begraven te Wolfaartsdijk, eerst op het oude kerkhof, doch later op de nieuwe begraafplaats overgebragt. Met hem is liet geslacht ab Utrecht Dresselhuis uitgestorven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 10