11 nis was ook tegenwoordig zijn trouwe en veeljarige vriend J. Transen van de Putte. Wij hopen niet onbescheiden te zijn, als we van 't geen door hem aan den rand des grafs gesproken en later aan de vrienden des overledenen in druk geschonken is dit afscheidswoord hier overnemen Uw taak is hier volbragt, Uw levensstrijd volstrcden. Uw geest, die, dag en nacht Van 't altijd vlugtig heden, Naar meerder kennis zocht Moog' nuin ruimer sferen T Van al wat gij hier wrocht Èn doel èn uitkomst eeren! Wij hebben Dresselhuis zien wegkwijnen en sterven en hem het afscheidswoord eens vriends toegeroepen. Toch nemen we van hem nog in lang geen afscheid. WTij roepen -hem terug uit het graf en plaatsen hem levend voor onze ver beelding, om hem nu eerst in waarheid te zien leven; een levenwaardoor hij ook na zijn' dood niet gestorven is en voor onze kindskinderen nog leven zal. Wij gaan hem volgen en gadeslaan vooreerst op de bane zijner kerkelijke en maatschappelijke bedrijvigheid. De gemeente te Hoofdplaat was niet grootmaar daarom te meer kon Dresselhuis er al zijn' zorg aan wijden. Dat hij het deed met alle krachten, daarvan strekt ten bewijze, dat wij hem niet vóór dat hij haar ruim drie jaren als herder en leeraar gediend had in meer uitgebreiden kring werkzaam zien. Toen eerst, nadat hij zich door de aanvangsdrukten en be zwaren van een' jong predikant had heêngewerkt en genoeg zaam op de hoogte stond eener eerste vorming, toen eerst dacht hij er aan om met den tijd, die hem in zijn' kleinen werkkring overschoot, in ruimer omvang te woekeren. En nog golden zijne pogingen vooral ook zijn' eigene gemeente. Haar op te heffen uit haren weinig ontwikkelden toestand, kennis,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 11