12
verlichtingbeschaving rondom zich te spreiden, kon het
anders of de zucht hiertoe moest oprijzen in een' geest als
die van Dressblhüis? En wat lag daartoe gereeder voor de
hand dan de oprigting van een departement der verdienste
lijke maatschappij „tot nut van 't algemeen"? Met den
Biervlietschen predikant D. van Basselaar was het plan weldra
in 't leven, en het „departement Biervliet en Hoofdplaat"
trad met, geestdrift zijn' jeugdige loopbaan in. Op den der
tigsten verjaardag der maatschappij, den 16 November 1814,
hield Dresselhuis in het kerkgebouw der Hervormden te
Hoofdplaat de plegtige inwijdingsrede: hij sprak „over de
verlichting, als bron van volksgeluk." Dat het hem daarmede
ernst was, bleek uit liet volksonderwijs, waarmede bij
zijn departement de elders gewone voorlezingen vervangen
werden. Hij zelf deelde het met den kundigen van Basse
laar. Een tijdlang behandelde hij de geschiedenis, dat voor
ons volk, voor ons landvolk bijzonder, te zeer het groote
onbekende. Hij gaf een historisch overzigt over de invoering
van het Christendom in Nederland en over zijn' invloed op
ons vaderland, over de kerkhervorming enz. Gewis, onder
werpen zeer wetenswaardig en uitnemend geschikt voor eene
landgemeente; onderwerpen bovendien, die zoo bijzonder in
den kring vallen van een' Christenleeraar, waarmee Dressel
huis een' gaping zocht te dempen en te voorzien in eene
behoefte, die door den kansel en het catechetisch onderwijs
niet genoegzaam kan aangevuld worden.
Weldra scherpte hij ook zijn' pen om door de drukpers
in nog wijderen omtrek te spreken, 't Was in 1815 dat zijn
eerste werk het licht zag, gewijd aan de opheldering van een
Bijbelboek, om drie jaren later gevolgd te worden van dien
arbeidwaardoor hij zoowel voor ziehzelven als voor Zeeuwsch-
Viaanderen een duurzaam gedenkteeken gesticht heeft. Doch
wij komen daarop terug als we hem als geleerde beschouwen.
Ten einde toe is hij een voorstander gebleven van de
maatschappijdie wij noemden. Toen hij verplaatst werd