15 verholen hunne gebreken onder 't oog en berispte hunne verkeerdheden. Op hunne vorming en ontwikkeling werkte hij met alle krachten, en menig onderwijzer dankt het onder de menschen aan hemdat hij geworden is wat hij is. Hij oefende alzoo een' invloed uit, die met zijn' dood niet is te niet gegaan. Bij monde en geschrifte heeft hij aan 't onder wijs uitstekende diensten bewezen. Hij vervulde zijn' taak met zijn' gansche ziel en al zijn vermogens. En hoe talrijk zijn' bezigheden ook waren, zoodat men naauwelijks weet hoe hij den lijd vond om zoo verbazend veel af te doenwij zeg gen het met volle overtuiging na, wat zoo waar en zoo wèl gezegd isIlij nam zijne betrekking van schoolopziener waar, alsof hij er geene andere bekleedde" Wat de geest was, die ühesselhuis voor 't onderwijs be zielde, moge blijken uit deze dichtregelen, zijn hart ontvloeid bij gelegenheid eener feestelijke bijeenkomst der onderwijzers, aan wier hoofd hij stond: 't Was nacht, 't was donk're nacht, Toen volksbeschaving en volksverlichting Geen zorg werd waard geacht. Maar 't heilvol Christendom Verspreidde zich alom. Ziet, dit deed een licht ontgloren, Dat zijn stralen wijd en zijd, Schooner dan ooit licht te voren, Over 't menschdom heeft verspreid. Maar 't begon weldra te tanen, En op nieuw verscheen de nacht, Toen gij, Luther! 't pad mogt banen, Dat weer tot verlichting bragt. Rijke zegen van den Heer Daalde op uw Hervorming neer. Ruimer mogt de bron nu vloeijen Van verlichting, kennis, deugd: Echter, wat zij mogt besproeijen, 't Was een werk nog in de jeugd. Lantsiieer, t. a. p.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 15