16 't Op tc bouwen, uit te breiden, Ziet, dat moest er nog gedaan;. Wijze wetten moesten 't leiden, Krachtvol, Christ'lijk voort doen gaan. Eere ons dierbaar Vaderland Zulk een wet kwam hier tot stand. Ook wij roemen met gevoel Van die wet het edel doel, En wij houden in gedachten Wat gegund was aan haar krachten. O, moog' haar geest, die goede geest, In 't onderwijs steeds leven Dan, wat ons wacht, God wille ons kracht En lust en moed tot pligtsbetrachting geven. Geen mindere werkzaamheid legde hij aan den dag in de aangelegenheden van het kerkbestuur. Al spoedig na zijne komst op zijn' tweede standplaats, werd hij op dit veld tot den arbeid geroepen. Met het jaar 1821 werd hij lid van het klassikaal bestuur van Goes. Na tien jaren als zoodanig in bediening te zijn geweest, werd hij 1831 assessor. Acht jaren later, in Julij 1839, werd hij tot praeses benoemd, en trad nu, volgens de toenmalige kerkinrigting, op als lid van het provinciaal kerkbestuur van Zeeland, waarbij hij vroe ger reeds, vooral bij examens, in zijne betrekking als asses sor was tegenwoordig geweest. Als bewijs, hoe ligt het exa mineren hem viel, mag aangevoerd worden, dat hij, vergeten welk vak hem was opgedragen en hij was er verre van om in dezen een' ijdele vertooning te maken somwijlen dit eerst vernam als het oogenblik van vragen nabij was. Hij plaatste zich dan nevens den examinandus, boog zich tot hem over met de hand achter het oor, verzocht hem wat hard te spreken wijl zijn' doofheid het verstaan hem moeijelijk maakte, zag hem dan aan met zijn' bruine, levendige, doordringende, maar vriendelijke oogen en sprak dan zoo gemakkelijk alsof hij een dagelijksch gesprek voerde, en toch zoo grondig en diep, alsof hij te voren punt voor punt opzettelijk had in gestudeerd. Maar ook de hoogste kerkvergadering zon vaak

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 16