38
denboek" zijn van hem afkomstig. Willem Beukelsz en Za-
charias Jansen vonden in hem een' voorspraak. En de
Zeeuwsche jaarboekjes, vol van de lezenswaardigste opstellen
zijner hand, ontvingen geregeld van hem hunne schatting:
ook Sluis en Zeeuwsch-Vlaanderen werd er weder niet in ver
geten. En gelijk hij hier in zijn' naasten omtrek allereerst
gezocht had en rondgezienzoo hebben ook zijn' latere woon
plaats Wolfaartsdijk en Oud-Sabbinge van hem hun deel ont
vangen, zoo heeft hij zich bovenal voor de geschiedenis van
Goes verdienstelijk gemaakt. Behalve zijne „Wandelingen door
Zuid- en Noord-Beveland," had hij reeds vroeger, zoo zegt
de bekwame schrijver der Bijzonderheden uit de geschiede
nis der stad Goes" in het „Maandboekje voor Zuid-en
Noord-Beveland" eene „menigte van stukken geplaatst, be
trekkelijk den voormaligen en tegenwoordigen toestand van
ons eiland en allerlei bijzonderheden uit de geschiedenis van
Goes aan het licht gebragt. Daar had hij sommige punten
meer uitvoerig besproken en ook de bronnen, waaruit hij putte,
aangewezen. Die stukken bezitten blijvende waarde, niet al
leen voor den geschiedschrijver van Goes en Zuid-Beveland
maar voor allendie in het eiland en de stad belang stellen."
Men mag hetzelfde zeggen van alles wat Dresselhuis over
Zeeland, ja van alles wat hij ooit geschreven heeft. En wie
zal dan laag vallen op misslagen, op te stoute gissingen,
op onwaarschijnlijke woordafleidingen op gewaagde onderstel
lingen, die men in zijne werken aantreft, maar die men
moge ze verkeerd en onhoudbaar bevinden toch altijd den
oorspronkelijker! denker, den genialen geest aanduiden? „Om
vijf vellen wèl te beschrijven," zegt Vrolikhert, waar hij
genoodzaakt was het tweede bijvoegsel te geven tot zijn „Vlis-
singsche kerkhemel," „om vijf vellen wèl te beschrijven wordt
de gansche leeftijd van een man vereischt, las ik onlangs
l) Dr. R. A. Soetbrood Piccardt, in een belangwekkend en warm geschre
ven levensberigt van Dresselhuis in de „Goessche courant" van 1861 n°.
68—72 (5—19 Sept.).