.29 bij een liedendaagsch schrijver. En wat kundige zal dat niet gaarn onderteekenen? Ja indien men door wèl schrijven verstaat onberispelijk schrijven, durf ik het nog wel op de helft verminderenHier ontbreken berigten ginds verschillen de berigten; daar misleiden ons de berig ten. Zelfs kan men niet ten volle staat maken op alles, wat men bij anders beroemde schrijveren gedrukt vindt; want ook die waren menschen." Ziedaar de bezwaren van den his toriograaf bij het schrijven van de helft van vijf vellen! En wie telt de vellendoor Dresselhüis geschreven En wie, die ooit geschiedenis geschreven heeft, zal zich dan ver wonderen, dat de nalezer er in aantreft hier een' onopzette lijke dwaling, daar een' min gelukkige gedachte, ginds een' vernuftige, maar onaannemelijke combinatie, elders een zwak fundament, waarmee het opgetrokken huis noodwendig ineen moet storten En toch heeft Dresselhüis geen zijner tal rijke schriften opgesteld, zonder voorafgegaan gemoedelijk on derzoek en wat hij gaf had meestal groote waardeomdat hij veel schrijvende echter geen veelschrijver was, omdat alles het merk droeg van grondige studie en groote scherpzinnig heid." Dresselhüis was mensch en dwaalde; maar ook de beroemdste schrijveren hebben gedwaald, want ook die waren menschen. Aan 't einde der beschouwing zijner talrijke schrif ten, ook over Zeeland, zeggen wij 't volmondig na: „In al het werk van Dresselhüis ligt rijke bouwstof voor eene la tere behandeling. Wie ooit nog ondernemen mogt om eene geschiedenis van Zeeland te schrijven, hij zal wel meer in bijzonderheden kunnen afdalen dan iemand zijner voorgan gers, maar hij zal daarbij ook oneindig veel aan den arbeid van onzen nu ontslapenen vriend te danken hebben. Niets letterlijk is door hem overgeslagen. Hij kende onzen bodem zoo goed als hij juist oordeelde over de luchtgesteldheid. Iiij was met het voorgeslacht niet minder vertrouwd dan met de deugden 1Dr. Piccardt, t ap no. 68.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 29