44 méér dan zijn ligchamelijk afbeeldsel. Zijn geesttot den werkkring der eeuwigheid ingegaan, leeft ook nog onder ons, al zonk zijn stof in de aarde. Zijn geest leeft in zijn' tal rijke schriftendie met hem niet gestorven zijn. Zijn geest leeft nog in veeldat door hem gesticht en gevormd isal werkt het onzigtbaar voort als het zuurdeeg. Zijn geest leeft in allendie hem vereerd en bemind hebben. Zijn geest de geest der kennisder wijsheidder godsvrucht en des ijvers, leve in ons volk, in ons gewest, in ons en ons na geslacht. H. Q. JANSSEN.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 44