56 opgevat; en daar die strijd, kort vóór het ontslag van de beide predikanten op het hevigst aan den gang was en de grieven tegen de Lansbergens op een ongunstig oogenblik vermeerderde, zoo is het noodzakelijk om een kort overzigt te nemen van het verband tusschen dien strijd en de overige bezwarendie tegen hen bestonden. Te zamen gevat bezorgden hooggaande oneenigheden van vader en zoon met den magistraat, de beoefening door den vader van de natuur- en bepaaldelijk van de sterrekunde, en diens ongeoorloofde bemoeijing op geneeskundig gebied, den Lansbergens drie categoriën van tegenstanders, uit regerings mannen godgeleerden en geneeskundigen te zamen gesteld. Hunne vereenigde pogingen bewerkten dat eene buitengewone vergadering van de vier classes van Zeeland den 1 October 1618 binnen Goes belegd, naar aanleiding van art. 17 van de kerkverordening van Zeeland van 1591 verklaarde, dat een merkelijke onwille van de gemeente tegen hen bestonden dat zij als predikanten te Goes ontslagen werden. En, of de zege door den partij-haat op de vrijzinnige Lansbergens behaald volkomen moest zijn, Jacob werd tot gijzeling veroordeeld in de Paauw, omdat hij den 1 October vocht met Rogier Vetu terwijl Phieippüs, die eenmaal zoo zeer in de algemeene ach ting gedeeld had, zich den volgenden dag te vergeefs tot den burgemeester wendde om opheffing van het vonnis over zijn' zoon geveld 3). Wat de oneenigheden met den magistraat van Goes aangaat, zij bestonden daarin dat de Lansbergens op de kiezers had den gewerkt tot wering van een burgemeester, die levens stads doctor was, op grond dat hij bij den kerkeraad verdacht was als der hervormde leer slechts in schijn te zijn toegedaan. Het geval was dat er eene groote verdeeldheid in het gods dienstige gevonden werd bij de Goesenarenonder welken Wij hebben niet kannen ontdekken in welke betrekking deze stond tot PiitTiïR Vetu, den collega van Jacob Lansbergen. 2) Notulen van Bur gem. en Schep, van Goes, dato 2 October 1613.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 56