60 weigerde om zijne handteekening er onder te plaatsen, en opende in den loop van den zomer van 1613 den openba ren strijd door de uitgave van een boekje, getiteld: Trac- latus m.edicus perlrevisin quo succincte ac disposiie disputa- tur an puerperae liceat exhibere moschum, a Davide Ultralaeo conscriptusMiddelburgi 1613. In dit geschriftje van zeld zame onbeduidendheid betoogt de schrijver dat Moscltus in den derden graad heet en droog is (wat trouwens door nie mand destijds betwist werd) en komt hij tot het besluit dat het middel mag worden toegediendwanneer het is aan gewezen. Alvorens evenwel de gevolgen na te gaan die de verschij ning van dit tractaat na zich sleepte, moeten wij tot het vroege voorjaar van 1613 teruggaan, dewijl eenige weken nadat Dr. Smallegange het oordeel van de Middelburgsche medici had ingeroepen, en bij de toenemende opspraak, die het sterfgevalten nadeele van Ph. Lansbergen erlangd had deze zich den 4- Februarij schriftelijk gewend had tot Dr. Kaiiei, Frank te Middelburg. Hij had hem een omstandig verhaal gegeven van de toedragt der zaakzich beklaagd over de handelingen van de Goessche medici, en onder verdediging, soon, wiens naam in het, omstreeks liet eerste begin van de XVII6. eeuw aangelegde Lidmaten-register van de Waalsehe gemeente (Livre des Membres de l'JEgUse Wallonne de Middelbourg No. A. A. A. in voce) wordt aange troffen behoorde tot het gerefugieerde geslacht van dien naam en kan een zoon geweest zijn van den welbekenden eersten Waalschen predikant te Mid delburg Louis d'Outreleau. Het is niet te verwonderen dat de uitgewekenen en hunne afstammelingen zich destijds sterk aanhingen en uit dien hoofde kan Lansbergen tot de vrienden van d'Outreleau behoord hebben en het weinig beduidend trac taat van dezen meer uit genegenheiddan uit wetenschappelijke overtuiging zijn voortgevloeid. Het mag daarbij niet onopgemerkt blijven dat Ultralaeus (d'Outreleau?) zijn betoog heeft opgedragen aan Jean Doucher, vroeger predikant te Keulen, anno 1608 te Middelburg, en sedert 1612 Waalsch predikant te Vlissingcnomdat hetzoo als hij zegtcensurae vulgi com- inittere sine fautore tutum non fuisset."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 60