76 niet onverklaarbaar: velen hadden zich om zijn ontslag van de kerk afgescheiden en de kerkeraad was zelfs in appèl er van gekomen J). Het is dus niet vreemd dat Pieter Lans bergen voortdurend eene bedekte betrekking onderhield met de leden van den Goesschen kerkeraad die hem genegen wa ren en dat hij steeds de hoop voedde van eerlang in de kerkelijke dienst te worden hersteld, eene hoop die zoo ge grond scheen, dat hij zelfs, hangende de beslissing, een be roep naar Axel van de hand wees. Toch mogt zijn wensch niet vervuld worden acht jaren lang bleven zijne pogingen om te Goes hersteld te worden vruchteloos; en toen ook zijn verzoek om de kerk zonder belooning te bedienen was afge wezen vond hij zich genoodzaakt om van alle verdere pogingen af te zien en om zich tot eene meer gezette uit oefening van de geneeskunst te bepalen. Zien wij terug op die vervlogene acht jaren in het leven van Pieter Lansbergen, dan gaat er eenig meerder licht op over zijne afzetting als predikant en blijkt het dat, hoezeer de tegen hem en zijnen vader bestaande partijhaat uit onder scheidene elementen was zamengesteldhet godsdienstige of liever gezegd het kerkelijkede overhand daarin had. Beiden toch waren liberaalde vader beleed gevoelens op natuurkun dig gebied in strijd, volgens de regtzinnigenmet de open baring in de heilige schrift; Pieter was med. doctor en reeds om die reden verdacht; beiden bemoeiden zich met staatkunde; kortom zij waren ongeschikt als bedienaars der kerk, v.oor gemeente terstond provisioneel werd waargenomen door Faukelius, diende kerkeraad van Middelburg in December 1613 daartoe afstond. (Hermannus Faukelius zijn levenenz. door J. Boksius, in Archief voor herkei. gesch. d. IV, overdruk bl. 33). J) Jonkheer Jan Pietersen Cats, Dignus Keetlaar, Adriaan Wisse- kerke, en Iman Janssen Nachtegaal worden genoemd als, waarschijnlijk in hunne hoedanigheid van ouderlingniet hebbende berust in het vonnis van den coetus. Intusschen moet het verblijf van Faukeliüs dat omtrent twee maanden geduurd heeftgunstig hebben bijgedragen tot aanvankelijke herstelling van rust en vrede.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 76