77 wien het onschendbaar kleinood der godsdienst, het eenige, liet uitsluitende voorwerp van hunne zorgen moest uitmaken. Hoe het zijPieter Lansbergen was voortaan med. doc tor, maar het is niet bekend of hij in deze, voor hem ge- dwongene betrekking gelukkig geslaagd is. Trouwens zijne omstandigheden kunnen hebben medegebragt dat hij zich daarover niet al te ernstig behoefde te bekommerendaar hij te Goes woonachtig, zich ook met andere zaken, met name met landbouw-ondernemingen bezig hieldzoo als blijkt uit den tijdelijken vrijdom van lastendien de Staten van Zee land hem den 28 Febr. 1630 toestonden, wegens de indijking van een poldertje, in de nabijheid van 's Heer Geertspolder, en uit andere beschikkingen door de Staten, op verzoek en ten profijte van Pieter Lansbergen genomen in zake een poldertje onder 's Gravenpolder J). Intusschen moet in ieder geval de geneeskunst-uitoefening zijn hoofdvak hebben uitgemaakt, want wij zien hem op 52- jarigen leeftijd (ten jare 1639) Goes verlaten en als med. doet. naar Middelburg vertrekken en het is hier vooral dat hij zich verder door een' bijzonder rampspoedigen levens loop onderscheiden heeft. Daaraan hebben zijneminstens onvoorzigtige, gedragingen schuld gehad; maar dewijl het niet mag worden voorbij geziendat men de gesteldheid van de maatschappij destijds in de beoordeeling van die schuld in rekening moet brengen, zoo dient een vlugtige blik noodza kelijk daarop geworpen te worden. De strijd, dien de Nederlanders in de laatste helft van de NVIe eeuw met eene zoo hardnekkige verbittering tegen Spanje, voor hunne emancipatie en voor de grondvesting van de hervormde godsdienst gevoerd hebben, is, zooals be kend is, het begin geweest van een tijdvak in de geschiede nis dat zicli door eene reeks van onderlinge twisten en ver- 1Nolulen van de Staten van Zeeland20 Sept. 1635 en 29 Oct. 1639. 2) Ook zijn naam wordt gemist in het Register van de Poorters der studt Middelburch.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1862 | | pagina 77